Wat houdt 'Energietransitie' in?

De installatiesector speelt een cruciale rol in de energietransitie. Onder andere de salderingsregeling, hogere energieprijzen en de focus op energie-efficiëntie hebben de overstap naar een duurzamere energievoorziening versneld. Deze hausse brengt veel teweeg; er is grote vraag naar (hybride) warmtepompen, zonnepanelen, water-luchtcombinaties, etc. 

Klimaatakkoord en uitdagingen installateurs

In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat tegen 2050 zeven miljoen woningen en één miljoen gebouwen aardgasvrij moeten zijn (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, 2022). Als tussenstap moet tegen 2030 in 1,3 miljoen huishoudens een (hybride) warmtepompsysteem zijn geïnstalleerd. Deze transitie geeft uitdagingen, want het elektriciteitsnet moet worden aangepast om de transitie te ondersteunen. En de beschikbaarheid van warmtepompproducenten is nog niet voldoende om aan de snel toenemende vraag te voldoen. Als gevolg hiervan ervaren installateurs en monteurs nu al moeilijkheden om aan de vraag te voldoen. Bovendien moeten zij gecertificeerd zijn om split-warmtepompen te mogen installeren. Dat is een extra bottleneck om de transitie waar te maken (Middelweerd, 2022). 

Installatie hybridepomp

Het installeren van hybrideketels vergt aanzienlijk meer werk dan alleen het plaatsen van een cv-ketel, omdat extra units moeten worden geïnstalleerd en er moeten twee installateurs voor komen (EIB, 2022). 

Hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie

Naast de eerdergenoemde regeling voor 2026 is er aanvullende, nieuwe wetgeving, zoals een wijziging in het Bouwbesluit met betrekking tot renovaties. Sinds begin 2022 is het verplicht om bij ingrijpende renovaties aan woningen en utiliteitsgebouwen een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie op te wekken, bijvoorbeeld met zonnepanelen of warmtepompen. Die aanpassing in het Bouwbesluit zorgt ook voor een groeiende vraag naar nieuwe producten vanuit de markt (RVO, 2024). 

Energie-efficiëntie

Gasverbruik veroorzaakt de meeste CO2-uitstoot in een woning. Elektraverbruik is maar een fractie daarvan. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) schetst drie eindoplossingen in 2050 voor de energietransitie: warmtenetten (stadsverwarming), groen gas en volledig elektrische warmtepompen. Hierdoor is er meer vraag naar installaties die helpen om het energieverbruik te verminderen (Cobouw Bouwberichten, z.d.). De door Vattenfall ontwikkelde CO2-warmtepomp, een warmtepomp met een hoge temperatuur, blijkt een duurzaam alternatief te zijn voor de traditionele cv-ketel. Deze warmtepomp verbruikt slechts een derde van de energie die een cv-ketel nodig heeft. Bovendien is die warmtepomp in staat om op hoge temperaturen te verwarmen, waardoor hij geschikt is voor gebruik in bestaande woningen. Het apparaat kan eenvoudig worden aangesloten op de bestaande radiatoren, waardoor er geen volledige verbouwing nodig is (Van Zinderen Bakker, 2023). 

"Je kan wel inzetten op bijvoorbeeld waterstof als nieuwe energiebron, maar het is belangrijk om te kijken hoe kan je zuiniger omgaan met energie."

Marc Konings, Vista College
Energiesysteem

Het energiesysteem vereist een complete herziening. De eerste stap is het verminderen van energieverbruik. Vervolgens is het streven om een gebied zo zelfvoorzienend mogelijk te maken, met lokale opwekking en opslag, evenals systeemintegratie. Een voorbeeld hiervan zijn elektrische collectieve warmtepompen die je op daluren op het elektriciteitsnet aansluit om thermische energie op te slaan. Daarna wordt de warmte of koeling via een warmtenet naar huizen geleid. Daarnaast zijn er investeringen nodig in smart grids, energieopslag en energiebatterijen (ABN Amro, 2024). De snelle opvolging van innovaties, zoals waterstof, legt druk op de installatiebranche. Het vergt kennis en vaardigheden om die technologieën effectief toe te passen.

“De uitdaging voor de komende jaren wordt het opslaan van energie. En niet alleen voor nachtgebruik, maar voor seizoengebruik.”

Peter de Bruijn, APAC

Wat is de impact van 'Energietransitie' op dossierniveau?

De energietransitie heeft aanzienlijke invloed op het marktsegment Technische Installaties & Systemen en loopt als een rode draad door alle dossiers. Strengere regelgeving omtrent energie-efficiëntie en duurzaamheid dwingt installateurs om zich voortdurend aan te passen en op de hoogte te blijven van de laatste eisen en standaarden (Cobouw Bouwberichten, z.d.).

De energietransitie vraagt ook om een adviesrol. Bij het verduurzamen van woningen bijvoorbeeld, spelen diverse factoren een rol. Dat betekent dat installateurs over steeds meer kennis moeten beschikken om adequaat te adviseren. Het is cruciaal dat installateurs voor elk woningprofiel praktische oplossingen bieden die niet alleen passen bij de behoeften, maar ook het gewenste comfort bieden. Daarbij is het essentieel om grondig te begrijpen waarom men wil verduurzamen. Of het nu gaat om kostenbesparing of een oprechte wens om duurzamer te leven, en hoeveel zij bereid zijn te investeren. Daarnaast is gedegen productkennis cruciaal voor een goed advies. Veel mensen zijn zich bijvoorbeeld niet bewust van de koelingsmogelijkheden van een (hybride) warmtepomp. Hoewel het geen volledige vervanging is van een airconditioningsysteem, kan zelfs een kleine koeling van 2 à 3 graden Celsius aanzienlijk bijdragen aan het comfortniveau (Duurzaam Gebouwd, 2023). 

  • Wat verandert er?

    De nieuwe F-gassenverordening, van kracht sinds 11 maart 2024 (NVKL, 2024a), heeft als doel de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen te verminderen en introduceert strengere regels voor synthetische koudemiddelen (BRL100.nl, 2020). Met de nieuwe F-gassenverordening ondergaat de regelgeving voor koeling, airconditioning, warmtepompen, blusapparatuur en schakelapparatuur aanzienlijke veranderingen. Sommige voorschriften met betrekking tot hfk's en hfo's worden aangepast, en er zijn nu ook regels voor het gebruik van natuurlijke koudemiddelen. Bedrijven en hun personeel dat met deze apparatuur werkt, moeten nu over de juiste certificering beschikken. Bovendien wordt de wetgeving strenger voor de introductie van nieuwe producten en installaties, waarbij het global warming potential (GWP) van het koudemiddel als criterium wordt gebruikt. Deze ontwikkelingen versnellen vooral de overgang naar natuurlijke koudemiddelen, zoals ammoniak, CO2 en propaan (Informatiepunt Leefomgeving, z.d.). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Voor de beginnende beroepsbeoefenaar is het van belang om op de hoogte te zijn van de regelgeving met betrekking tot de F-gassenverordening. Bijvoorbeeld, als een hfo-installatie of -apparaat een periodieke lekcontroleplicht heeft, is een bijbehorend logboek vereist. Tevens is er een verplichte lekcontrole na reparatie, die binnen 24 uur na de reparatie en uiterlijk binnen 1 maand moet plaatsvinden. Daarnaast zijn er specifieke en aanvullende voorschriften voor bijvulling, en is het noodzakelijk om een geldig certificaat te kunnen overleggen. Het is voor beginnende beroepsbeoefenaars essentieel om zich voortdurend te blijven ontwikkelen, met een focus op zich een leven lang ontwikkelen (NVKL, 2024b). 

  • Wat verandert er?

    De voortdurende ontwikkeling van koudemiddeltechnologie heeft geleid tot innovaties die de efficiëntie en prestaties van koelsystemen verbeteren. Nieuwe systemen en componenten zijn ontwikkeld om het energieverbruik te verminderen en de algemene duurzaamheid te vergroten. De introductie van warmtepompsystemen met variabele koudemiddelstromen (VRF) bijvoorbeeld, heeft geleid tot aanzienlijke energiebesparingen en verbeterde regelbaarheid. Daarnaast worden hybride systemen onderzocht, waarbij verschillende koudemiddelen worden gecombineerd om optimale prestaties te bereiken, zoals het gebruik van CO2 en hfo in cascadesystemen. Zulke innovaties dragen bij aan duurzamere en efficiëntere koeling (Van Duijn, 2023). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Er komen steeds meer innovaties op de markt als gevolg van de energietransitie. Dit maakt het werk van de systeemontwerper koude- en klimaatsystemen uitdagend. De beginnende beroepsbeoefenaar moet zich blijven ontwikkelen en kennis vergaren over de nieuwe systemen en innovaties om in het werk relevant te blijven. 

  • Wat verandert er?

    Service- en onderhoudsmonteurs worden geconfronteerd met steeds complexere systemen, vooral omdat duurzame energieoplossingen vaak geavanceerdere technologieën vereisen. Tegelijkertijd zullen beginnende beroepsbeoefenaars ook meer moeten anticiperen op veranderingen in regelgeving en normen met betrekking tot duurzaamheid en energie-efficiëntie. Dit kan inhouden dat ze op de hoogte moeten blijven van nieuwe voorschriften voor energiezuinige installaties en mogelijk aanpassingen of upgrades moeten uitvoeren om aan die eisen te voldoen. Een voorbeeld hiervan is de verplichting van vervanging van oude cv-ketels door (hybride) warmtepompen in 2026. Tijdens onderhoudswerkzaamheden zullen beginnende beroepsbeoefenaars ook steeds meer rekening moeten houden met het minimaliseren van energieverbruik, om zo efficiënt mogelijk te werk te gaan (Middelweerd, 2022).

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De overgang naar duurzame energiebronnen zoals warmtepompen, zonnepanelen en elektrische systemen vraagt om nieuwe vaardigheden en kennis van beginnende beroepsbeoefenaars. Ze moeten bijvoorbeeld bekend zijn met de werking, installatie en het onderhoud van die nieuwe technologieën.

  • Wat verandert er?

    De druk op werktuigkundige installaties is hoog. Dit zorgt ook voor innovaties en andere manieren van installeren. Bij stekerbaar installeren bijvoorbeeld, worden prefabonderdelen eenvoudig ingeplugd op de elektrische infrastructuur in een pand. Het elektrisch netwerk kan zo op ieder gewenst moment eenvoudig worden aangepast. Omdat stekerbare systemen herbruikbaar zijn, verlengt dit de levensduur van de installaties. Zo kan een installatie gedemonteerd worden en in een andere ruimte of ander gebouw weer worden aangesloten. Hierdoor kunnen installaties meebewegen met de eisen die de gebruiker stelt aan een pand (Techniek Nederland, z.d.-b). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Stekerbaar installeren verhoogt de efficiëntie van werktuigkundige installaties. Beginnende beroepsbeoefenaars kunnen direct aan de slag, zonder ter plaatse producten te assembleren. Dit bespaart tijd en vermindert de kans op fouten. Het vereist mogelijk nieuwe vaardigheden en kennis, zoals werken met gestandaardiseerde connectoren. Beginnende beroepsbeoefenaars zullen steeds vaker met elektriciteit werken, vooral bij de installatie van warmtepompen, waardoor hun vakgebied zich hier meer op richt. Daarnaast wordt het belangrijk om installaties correct af te stemmen om onnodig energieverbruik te voorkomen, wat een steeds belangrijkere factor zal worden bij duurzame installaties.

  • Wat verandert er?

    Zonnepanelen produceren gelijkstroom, terwijl veel apparaten in huis en kantoor, en autoaccu's, op gelijkstroom werken. Die gelijkstroom wordt omgezet naar wisselstroom door middel van een omvormer, en vaak wordt het daarna weer terug omgezet naar gelijkstroom. Dit proces resulteert in energieverlies, terwijl de elektronische componenten die voor deze omzetting nodig zijn, grondstoffen bevatten en door het gebruik slijten. Gelijkstroom kan efficiënter worden getransporteerd via bestaande kabels. Dit is van belang gezien de groeiende behoefte aan elektriciteit in de nabije toekomst, vooral met de overgang naar 'all-electric-woningen’ en -kantoren (Panteia, z.d.). 

    Om deze groeiende vraag naar elektriciteit mogelijk te maken, zijn aanzienlijke investeringen in het elektriciteitsnetwerk nodig. Daarnaast moet het netwerk worden aangepast om de opwekking van decentrale energie te kunnen verwerken. Zeker nu op veel plekken de maximale capaciteit van het stroomnet is bereikt (ABN Amro, 2024). Nieuwe technologische ontwikkelingen zullen blijven bijdragen aan de discussie over de toekomst van energietransport en -distributie. 

    Een oplossing voor netcongestie ligt in microgrids en smart grids: zelfstandige energienetwerken die naast of los van het traditionele energienet werken. Ze integreren lokale, duurzame energiebronnen en kunnen al dan niet verbonden zijn met het traditionele net, afhankelijk van de situatie. Een microgrid is eigenlijk een kleinere versie van het reguliere energienet. Een smart grid is een geavanceerdere versie van een microgrid, dankzij het bijbehorende meet- en regelsysteem. Dit systeem optimaliseert de duurzaamheid en efficiëntie van de grid, waardoor overtollige energie bijvoorbeeld op het juiste moment verkocht kan worden (Pon Cat, z.d.). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De ontwikkelingen rondom gelijkstroom en de aanleg van microgrids en smart grids hebben invloed op de werkzaamheden van beginnende beroepsbeoefenaars. Ze vereisen uitbreiding van kennis en vaardigheden, met bijzondere aandacht voor veiligheid bij werken met gelijkstroom. Installatie en onderhoud van deze systemen vragen om gespecialiseerde technieken en integratie van duurzame energiebronnen. Daarnaast is begrip van data-analyse en monitoring belangrijk, aangezien smart grids gebruikmaken van geavanceerde systemen voor het optimaliseren van energieverbruik en detecteren van storingen.