Wat houdt 'Sociale innovatie' in?

Sociale innovatie in het marktsegment Metaal & Metalektro richt zich op het creëren van een werkomgeving waarin medewerkers gemotiveerd zijn, zich gewaardeerd voelen en waarin ze worden gestimuleerd om talenten te ontdekken en te benutten. 

“Employer branding wordt steeds belangrijker. Als werkgever moet je je belangrijk maken om mensen aan te nemen. Het is niet alleen maar een baan waar je geld verdient. Je kijkt ook naar de persoonlijke situatie van een medewerker. Investeer je in je personeel of ben je ouderwets?”

Nathalie Wieggers, Nijhuis Saur Industries
Duurzame inzetbaarheid

De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor sociale innovatie en dat komt onder andere door arbeidskrapte. Arbeidskrapte is een grote uitdaging in het marktsegment Metaal & Metalektro. Het verkrijgen van technisch geschoold personeel is een uitdaging. Voor organisaties betekent dat ze meer aandacht besteden aan duurzame inzetbaarheid, flexibiliteit en gunstige arbeidsvoorwaarden om medewerkers aan te spreken en te behouden. Dit vraagt van organisaties een professionele invulling van modern werkgeverschap. 

Soft Skills

Organisaties investeren in een menselijkere manier van managen en niet alleen aansturen op technische skills. Soft skills worden belangrijker; hoe zorg je ervoor dat iedereen gemotiveerd blijft, goed met elkaar communiceert en met elkaar omgaat? Het teamgevoel is belangrijk voor het goed functioneren. 

“Op het gebied van soft skills bieden we diverse trainingen aan. Iedereen wordt aangemoedigd om goede feedback te geven aan elkaar. We hebben bijvoorbeeld een training in 360 graden feedback waarin ze leren hoe ze dit effectief kunnen doen. Ook worden buddy's getraind in hoe ze iemand goed kunnen begeleiden en begrijpen. We besteden dus veel aandacht aan het ontwikkelen van soft skills.”

Manfred Krooshof, Bronkhorst High-Tech B.V.
Kloof tussen engineering en productie

Organisaties zien dat er door digitalisering en automatisering een kloof kan ontstaan tussen engineering en productie. Dit heeft er onder andere mee te maken dat het ontwerp van de engineer praktisch niet uitvoerbaar is. Voorheen werd er meer overleg gepleegd op de werkvloer; door digitalisering en automatisering is er een afstand tussen disciplines en functies ontstaan. 

Andere manieren van opleiden

Het valt op dat de jonge generatie minder theoretische kennis heeft, bijvoorbeeld technische kennis van lassen; de materiaalkennis is beperkt. Scholing en ontwikkeling gebeuren daarnaast veel in de praktijk. Met name de grotere, innovatieve bedrijven passen eigentijdse methoden voor scholing en ontwikkeling toe. Bijvoorbeeld de 70:20:10-methode: 70% van het leren vindt plaats door ervaringen op te doen in de werkomgeving en te reflecteren op deze werkzaamheden, 20% van het leren vindt plaats door interactie met anderen en 10% door formele training en educatie. In deze setting wordt bijvoorbeeld gewerkt met een buddy die meer technisch onderlegd is en die geraadpleegd kan worden om van te leren, of worden binnen productie verantwoordelijkheden gegeven (bijvoorbeeld verantwoordelijk voor veiligheid, specialisatie in een gebied, etc.). 

Wat is de impact van 'Sociale innovatie' op dossierniveau?

Sociale innovatie heeft impact op alle dossiers. Er is meer aandacht voor talent en er wordt meer geïnvesteerd in soft skills, en niet alleen in technische skills. Voor beginnende beroepsbeoefenaars vraagt dat om een open houding en aandacht voor persoonlijke ontwikkeling.

“Waar wij veel tijd aan hebben besteed in de afgelopen jaren zijn de soft skills. Ik bedoel hiermee hoe kan je ervoor zorgen dat mensen gemotiveerd blijven en zijn en hoe wil je dat mensen communiceren met elkaar. En hoe zorg je ervoor dat iedereen zijn of haar sterktes kan toepassen en inzetten. Hoe creëer je echt een team en teamgevoel. Hoe breng je feedback op elkaar over. Hoe zet je negatieve gedachtes om naar positiviteit.”

Jeroen Huijs, Seco Tools
  • Wat verandert er?

    Digitalisering en automatisering zorgen er mede voor dat werkzaamheden meer naar de voorkant van het werkproces verschuiven. Het ontwerp moet perfect zijn om vervolgens machines in te stellen en aan te sturen voor productie. Afstemming over het ontwerp en het werkproces vraagt om meer samenwerking en teamwerk, terwijl digitalisering dit in de weg kan zitten. Bijvoorbeeld engineering en productie spreken niet dezelfde taal en door digitalisering komen zij vaak verder van elkaar af te staan. Dit brengt onbegrip met zich mee en komt niet ten goede aan de werksfeer, motivatie en prestaties. 

    Met name in grotere organisaties werkt men met werkvormen zoals QRM en lean (zie Trend Taakverschuiving), en dat vraagt om betrokkenheid bij interdisciplinaire teams, waarbij beginnende beroepsbeoefenaars samenwerken met collega's met diverse vaardigheden en achtergronden. 

    Ook het optimaal benutten van talent is een belangrijk speerpunt. Dit vraagt om persoonlijke opleidingsplannen. Kleinere bedrijven proberen meer afwisseling te vinden in werkzaamheden en training on the job aan te bieden.

    Sociale innovatie heeft ook betrekking op het creëren van een positieve werkplekbeleving en het bevorderen van het welzijn van medewerkers. Dit houdt in dat er aandacht moet zijn voor een open cultuur, gezonde werkgewoonten en een positieve werk-privébalans.

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De groeiende complexiteit van productieprocessen, samen met tekorten aan arbeidskrachten, resulteert in een situatie waarin minder werknemers verantwoordelijk zijn voor uitgebreidere en complexere taken binnen het productieproces. Deze werknemers dienen effectief te kunnen communiceren met zowel hun collega's als de machines om het proces soepel te laten verlopen. Het is cruciaal dat ze in staat zijn om vragen, oplossingen en instructies duidelijk over te brengen aan hun teamleden. Bovendien moeten ze in staat zijn om de informatie die ze ontvangen van hun collega's adequaat te verwerken, te analyseren en vervolgens, indien nodig met ondersteuning van technologie, zelfstandig hun taken uit te voeren (Bartsch et al., 2020).