Wat houdt 'Energietransitie' in?
De overgang van fossiele naar hernieuwbare energiebronnen vereist nieuwe infrastructuur voor het transport ervan. Bijvoorbeeld: hernieuwbare energiebronnen zoals zon en wind vereisen uitbreiding van elektriciteitsnetwerken en leidingen. Op korte termijn vereisen ook ontwikkelingen op het gebied van waterstof het transport van waterstof. Daarnaast moeten er infrastructurele voorzieningen worden gebouwd, zoals laadstations voor elektrische auto’s, warmtenetten voor het verwarmen van gebouwen, etc. Op dit moment heeft Nederland netcongestieproblemen en dat maakt de urgentie voor het uitbreiden van het elektriciteitsnet alleen maar groter (Ministerie van Algemene Zaken, 2024).
In het verleden lag er weinig nadruk op duurzaamheid, daar waren we gewoon minder mee bezig. De afgelopen jaren zien we dat het belangrijker wordt en is het één van de speerpunten van ons bedrijf.”
Gijs van der Helm, Van der Helm Bedrijven B.V.
Stikstof
Het stikstofprobleem heeft voor de bouw- en infrasector grote consequenties. In 2019 kwamen duizenden bouwplannen en vergunningsaanvragen stil te liggen vanwege de vele stikstofdeposities die kunnen neervallen op de omliggende natuurgebieden. Het is echter van groot maatschappelijk belang dat de sector niet stil komt te liggen. Dat maakt verduurzaming noodzakelijk door te investeren in emissieloos en duurzaam bouwen. Voor het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) heeft het kabinet 400 miljoen euro extra uitgetrokken. Het is een nieuwe maatregel die het stikstofprobleem moet aanpakken (SEB, z.d.).
Emissieloze infra
Infra zet meer in op het verminderen van de CO2-uitstoot bij de aanleg en het onderhoud van infrastructuur. Zo is er al afval dat koud geproduceerd en verwerkt wordt, dus is er geen gasverbruik en CO2-uitstoot bij de verwerking. In het ontwerp van nieuwe infrastructuur wordt steeds meer modulair gebouwd (zie Cluster Prefab). Dit heeft een positieve uitwerking op de CO2-uitstoot. Duurzaamheid wordt ook een steeds belangrijker criterium bij aanbestedingen. Als bij aanbestedingen gelet wordt op de duurzame ‘certificaten’, verwijst dat bijna altijd naar een bepaalde score op de CO2-prestatieladder. In de categorie ‘duurzaam resultaat’ ligt de nadruk op de milieukostenindicator (MKI), een cijfer dat de milieu-impact van een product uitdrukt in euro's (Cobouw, 2024).
Elektrificatie van materieel en transport
De energietransitie vraagt ook om elektrificatie van materieel en transport. Het is een vereiste om aan de milieumaatregelen te voldoen. Infrabedrijven genieten bijvoorbeeld al een gunningsvoordeel wanneer zij emissieloos inschrijven. Maar op dit moment is naar schatting nog maar 1% van de voertuigen en machines in de infrasector elektrisch aangedreven en dat gaat met name om lichter materieel. Er komen overigens wel meer elektrische machines op de markt, zoals de elektrische graafmachine E145 van John Deere. Een uitdaging is het vinden van een balans tussen prestatie en energie-efficiëntie (Bakker, 2023). Elektrische machines leveren doorgaans minder vermogen en dit maakt elektrificatie lastig bij zwaarder materieel. Ook de laadinfrastructuur is een uitdaging.
ESG-normering
Vanuit de overheid wordt de duurzaamheidsverslaggeving de komende tijd steeds belangrijker. De ESG-normering is op dit moment redelijk vrijblijvend, maar de verwachting is dat de overheid die gaat verplichten. De afkorting ESG staat voor ‘environmental, social en governance’ (milieu, sociaal en bestuur) en refereert aan de drie terreinen waarop een organisatie invulling kan geven aan duurzaamheid in haar bedrijfsvoering (RSM, 2024).
Wat houdt 'Energietransitie' in?
De energietransitie heeft impact op alle dossiers binnen het marktsegment Infra. Omgaan met geëlektrificeerd transport en materieel vraagt om een andere werkwijze en planning. Ook vraagt de energietransitie om energie-efficiëntie, oftewel dat beginnende beroepsbeoefenaars zuiniger met energie omgaan.
-
Wat verandert er?
De bouw- en infrasector werkt samen met de overheid aan de routekaart 'Schoon en Emissieloos bouwen'. In de conceptversie staat dat vanaf 2030 al het kleinere bouwmaterieel emissievrij moet zijn. Vanaf 2035 moet dat ook gelden voor het grotere materieel. Voor veel organisaties in de infrasector heeft dat een grote impact, met name voor zwaarder materieel zoals kranen. Naast de kosten die vaak drie keer zo hoog zijn, moet materieel opgeladen worden (Dankerlui, 2023). Ook zijn er nog niet veel elektrische bouw- en graafmachines op de markt, al verschijnen de eerste innovaties, zoals Bobcat (Janmuis, 2023). Werken met elektrische machines vraagt om logistieke planning. Een dieselmachine kan bijvoorbeeld zestien uur draaien, maar een elektrische machine op accu moet tussentijds opgeladen worden. Ook de laadinfrastructuur moet aanwezig zijn om dit mogelijk te maken.
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
Binnen afzienbare tijd moet al het materieel omgeschakeld worden naar geëlektrificeerd materieel. Dit vraagt naast een forse investering ook om een andere manier van het plannen van de werkzaamheden. Daarnaast moeten de laadvoorzieningen aanwezig zijn, of in ieder geval een mogelijkheid om te kunnen laden. Van de beginnende beroepsbeoefenaar vraagt dit om een andere manier van de werkzaamheden inplannen en het treffen van voorbereidingen voor aanvang van de werkzaamheden.
-
Wat verandert er?
Het klimaatakkoord en de energietransitie vragen om flinke investeringen in infrastructuur. De energietransitie gaat hand in hand met de ontwikkeling van hernieuwbare energieprojecten. Zo is er meer vraag naar de aanleg van windmolenparken, zonneparken en de bijbehorende infrastructuur.
Innovaties in wegenbouw
De energietransitie stimuleert daarnaast innovaties in de wegenbouw. Denk hierbij aan de ontwikkeling van wegen met geïntegreerde zonne-energietechnologie, energieopwekkende infrastructuur en slimme systemen voor energie-efficiëntie. Het SolaRoad-project is hier een voorbeeld van. SolaRoad maakt wegen met geïntegreerde zonne-energietechnologie. Het wegdek is voorzien van zonnepanelen die zonlicht omzetten in elektriciteit. Het doel is om duurzame energie op te wekken, terwijl de weg normaal wordt gebruikt (SolaRoad, z.d.)
Elektrificatie van machines en transport
De energietransitie vraagt ook om geëlektrificeerd transport en machines. Klein en groot materieel moet per 2035 volledig elektrisch aangedreven zijn.
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
De energietransitie heeft veel impact op de vaardigheden en werkzaamheden van de beginnende beroepsbeoefenaar. De energietransitie is de aanjager van veel innovaties en dat houdt in dat de beginnende beroepsbeoefenaar in grond-, water- en wegenbouw zich moeten blijven ontwikkelen. Je een leven lang ontwikkelen gaat dus over het vergaren van kennis over de toepassing van innovaties. Ten slotte dienen elektrische machines opgeladen te worden en dit heeft invloed op de planning van de werkzaamheden.
-
Wat verandert er?
Energie-efficiëntie wordt een steeds belangrijker aandachtspunt in infraprojecten. De laatste jaren staat de productie en het transport van beton steeds meer in de belangstelling, onder meer door de grote CO2-voetafdruk. TNO en TU Delft werken aan alternatieven voor beton en aan slimme manieren om beton te hergebruiken (zie Trend Circulaire economie).
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
De energietransitie zorgt voor een verschuiving naar duurzamere bouwmaterialen, zoals alternatieve cementsoorten met een lagere CO2-voetafdruk. Dit leidt tot veranderingen in de materialen en technieken die beginnende beroepsbeoefenaars gebruiken bij het uitvoeren van hun werkzaamheden. De energietransitie heeft ook als gevolg dat er nieuwe technieken en methoden worden geïntroduceerd om betonconstructies efficiënter en milieuvriendelijker te maken. Je een leven lang ontwikkelen is van belang om kennis over materialen en technieken bij te houden.
-
Wat verandert er?
De energietransitie stimuleert de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzaam opgewekte energie. Energie wordt steeds meer opgewekt uit wind, zon en biologische reststoffen en dat heeft impact op het huidige energiesysteem. Dat is er niet op ingericht om energie op te vangen die consumenten leveren vanuit zonne-energie (Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland, 2023). Deze veranderingen vragen om aanpassing en vooral uitbreiding van onze energie-infrastructuur: de kabels, leidingen en buizen die energie transporteren. Daarnaast wordt er gewerkt aan waterstof voor opslag en aan regelbare energiecentrales en batterijen. Een nieuw, decentraal aangestuurd energiesysteem is nodig.
Gelijkstroom
Gelijkstroom wordt gebruikt voor het opladen van batterijen en voor energieopslagsystemen die de opgeslagen energie geleverd krijgen in de vorm van een constante stroomrichting. Veel apparaten werken al op gelijkstroom en er gaan geluiden op in de markt dat distributienetten moeten overschakelen naar gelijkstroom. Zo heeft Schneider Electric in 2021 het bedrijf DC Systems overgenomen, omdat zij geloven dat gelijkstroomoplossingen de toekomst zijn (Van der Molen, 2023). De technische en economische uitdagingen zijn volgens Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid nu nog te groot om grootschalig over te stappen naar gelijkstroomnetten (Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid, z.d.).
Van het gas af
Nederland moet van het gas af. Er zijn verschillende redenen waarom de overheid heeft bepaald dat alle huizen in 2050 van het gas af moeten zijn. Aardgas is een fossiele brandstof die niet onbeperkt beschikbaar is: op is op. Daarnaast komt er veel CO2 vrij bij het opwekken van aardgas. Dat Nederland van het gas af gaat, is voor bestaande woningen een uitdaging. Ongeveer 95% van de woningen in Nederland is namelijk aangesloten op het gasnet, en deze woningen moeten dus op een andere manier voorzien worden van energie (Ministerie van Algemene Zaken, 2024b). Er zijn partijen die hierop inspelen, zoals Energybridge en Natuurlijk Gasloos. Zij claimen een woonwijk in zeer korte tijd in één keer van gas naar een andere energiebron te kunnen overschakelen (SWP, 2024).
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
De trend naar decentralisatie van energieproductie betekent dat energie steeds vaker wordt opgewekt op locaties dicht bij de gebruiker. De verschuiving naar duurzame energiebronnen, zoals zonne-energie en windenergie, heeft invloed op de manier waarop energiedistributiesystemen worden ontworpen, gebouwd en onderhouden.
Voor beginnende beroepsbeoefenaars komt er meer werk op het gebied van het omzetten van oudere systemen naar energiezuinigere varianten, meer infrastructuur om energie te transporteren (zoals kabels, leidingen, buizen) en meer laadinfrastructuur. De distributie van waterstof vraagt van beginnende beroepsbeoefenaars in infratechniek daarnaast om meer en andere kennis. Beginnende beroepsbeoefenaars moeten op de hoogte zijn van deze innovaties en in staat zijn om ze te installeren en te onderhouden.
-
Wat verandert er?
De energietransitie vraagt om elektrificatie van vervoer en apparaten om de CO2-uitstoot te beperken. Veel gemeenten en afvalinzamelingsbedrijven investeren al in elektrificatie. Zo worden elektrische vuilniswagens (NOS, 2023) steeds meer ingezet en de eerste vuilniswagens op waterstof verschijnen op de markt (AD, z.d.). Naast het milieuvriendelijke aspect hebben deze elektrische en op waterstof aangedreven vuilniswagens het voordeel dat ze stil zijn.
Ook bij het beheer en onderhoud van openbare ruimten wordt gekozen voor milieubewustere apparaten. Branders voor onkruidverwijdering worden vervangen door groenere alternatieven en elektrisch aangedreven apparatuur.
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
Het gebruik van elektrische voertuigen heeft impact op de planning van de werkzaamheden. Elektrische vuilniswagens bijvoorbeeld, dienen frequent opgeladen te worden en dat heeft invloed op de planning van de route.