Wat houdt ‘energietransitie’ in?

De bouwsector staat sinds een aantal jaren voor uitdagingen die de voortgang van bouwprojecten belemmeren, terwijl de bouwopgave zeer groot is. De discussie over CO2-uitstoot heeft geleid tot stilstand in veel bouwprojecten. Nu zien we dat bouwprojecten vertraagd worden door netcongestie, wat verdere uitdagingen met zich meebrengt voor de sector. Nieuwbouw en bedrijven lopen tegen de problematiek aan. Een nieuwbouwwoning verbruikt bijvoorbeeld vier keer zoveel elektriciteit als een woning op aardgas (ABN AMRO, 2024). Netcongestie is op dit moment bepalend voor de haalbaarheid van een bouwproject.

Elektrificatie van de bouw 

De elektrificatie van de bouw staat hoog op de agenda en wordt steeds vaker als eis gesteld in aanbestedingen. Daarnaast kunnen bouwwerkzaamheden steeds minder vaak uitgevoerd worden in zero-emissiezones. Vanaf 1 januari 2025 moeten verder minimaal dertig steden een zero-emissiezone hebben ingesteld (BouwBelang, 2023). Deze ontwikkeling stimuleert innovatie, zowel op het gebied van producten als processen. Innovaties worden steeds vaker toegepast in de praktijk, zoals bij het emissieloos slopen van gebouwen (SEB, 2023). Ook wordt het bouwproces duurzamer door het gebruik van elektrisch materieel, zoals kranen, en door het beperken van transportbewegingen naar de bouwplaats. Een voorbeeld van elektrificatie is de eerste elektrische heimachine die machinebouwer Woltman heeft ontwikkeld voor de Koninklijke BAM Groep, waarbij VSE Industrial Automation verantwoordelijk was voor de levering van de elektromotor en besturing (VSE, 2024).

Bas Oprins, Maton Groep

“Wet- en regelgeving gaat steeds meer bepalen hoe we werken. Bijvoorbeeld elektrificatie is in binnenstedelijk gebied verplicht. In 2025 mag je niet meer met diesel komen en moet materiaal volledig geëlektrificeerd zijn.”

Bas Oprins, Maton Groep
Energie-efficiënte gebouwen

De bouwsector kan een grote bijdrage leveren aan CO2-reductie. Hierbij ligt de focus op verschillende aspecten. Het vergroenen van bestaande gebouwen is essentieel voor het verminderen van de ecologische voetafdruk en het verbeteren van de energie-efficiëntie. En energiezuinige nieuwbouw draagt bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot en het creëren van duurzame gebouwen voor de toekomst (Bouwend Nederland, z.d.-b). Daarnaast is er meer aandacht voor monitoring van energieverbruik in gebouwen met geavanceerde gebouwbeheersystemen (Bouw en Uitvoering, 2023a). Bij het ontwerpproces worden normen zoals Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG) en MPG in acht genomen, en ze spelen een cruciale rol bij het bepalen van het materiaalgebruik. Sinds 1 januari 2021 moeten alle nieuw te bouwen gebouwen voldoen aan de eisen voor BENG (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2017). De methode NTA 8800:2023 wordt gebruikt om de energieprestatie van gebouwen te bepalen, waardoor het mogelijk is om te berekenen of aan de BENG-eisen wordt voldaan (Gebouw Energie Prestatie, 2023). 

Transitie naar emissieloos bouwen

De transitie naar een CO2-arme gebouwde omgeving en duurzame energievoorziening is een enorme uitdaging, maar veel bouwbedrijven hebben de ambitie om emissieloos bouwen te realiseren. In 2030 moet minimaal 80% van de bouwprojecten van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) geheel of bijna geheel zonder uitstoot zijn. Dit staat in het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (Rijksvastgoedbedrijf, 2024). Het realiseren van deze ambitie vereist aanzienlijke investeringen, zoals de implementatie van elektrische machines en het gebruik van duurzame materialen in het bouwproces. Heijmans heeft als missie om in 2030 volledig emissieloos te bouwen. In 2023 heeft het bouwbedrijf al de eerste stappen gezet door achttien elektrische machines in gebruik te nemen, van rupskranen en wielladers tot walsen (Heijmans, 2022). 

“Isoleren is niet meer weg te denken uit beleid. Tegenwoordig ligt je dak vol met zonnepanelen en heb je nul op de meter. Er zijn veel subsidies waar men gebruik van kan maken. Gemeenten hebben ook veel geld gekregen om te verduurzamen, nog los van de isolatiesubsidies.”

Arthur Rouwenhorst, Leef Energie Bewust

Wat is de impact van ‘energietransitie’ op dossierniveau?

De energietransitie heeft veel invloed op de werkzaamheden van de beginnende beroepsbeoefenaars in het marktsegment Bouw & Gespecialiseerde Aanneming. Het is voor hen essentieel om kennis te hebben van wet- en regelgeving met betrekking tot elektrificatie en duurzaam bouwen. Beginnende beroepsbeoefenaars moeten zich bewust zijn van het belang van energiebesparing en een duurzame mindset ontwikkelen om het energieverbruik te verminderen.

De energietransitie heeft directe invloed op verschillende werkprocessen, zoals kennis en vaardigheden voor het onderhouden van en correct omgaan met elektrisch materieel. Denk bijvoorbeeld aan de actieradius, die cruciaal is voor het inplannen en efficiënt laten verlopen van werkzaamheden. Ook het verminderen van transportbewegingen vereist mogelijk aanpassingen van logistieke processen.

  • Wat verandert er?

    Betonboorders maken gebruik van zwaar materieel. Maar met de opkomende energietransitie is er een groeiende behoefte om het materieel te elektrificeren. Dit heeft geleid tot innovaties op het gebied van elektrische betonboren.

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De opkomst van elektrificatie in betonboren betekent dat beginnende beroepsbeoefenaars moeten investeren in elektrisch aangedreven materieel. Dit houdt een verschuiving naar het werken met accu's in, wat een aanpassing in de werkmethoden vereist. Bovendien is er een verhoogde aandacht nodig voor de veiligheidsaspecten van de energievoorziening op bouwlocaties, gezien de elektrische aard van het materieel.

  • Wat verandert er?

    Cement genereert ongeveer 8% van de wereldwijde CO2-uitstoot (ChangeInc, 2024). Daarom zijn onderzoekers actief op zoek naar manieren om cement te verduurzamen en naar alternatieve, natuurlijke bouwmaterialen. Dit kan betekenen dat betonreparateurs worden gevraagd om te werken met nieuwe materialen die minder milieubelastend zijn, of om bestaande betonstructuren te repareren met duurzame oplossingen, zoals gerecyclede materialen of carbonarm beton.

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Voor beginnende beroepsbeoefenaars in de betonreparatie is het belangrijk om open te staan voor alternatieven en zich actief bezig te houden met de voortdurende ontwikkelingen. De opkomst van nieuwe materialen kan een aanzienlijke invloed hebben op de uitvoering van betonreparaties, en daarom is het essentieel dat beginnende beroepsbeoefenaars hun kennis blijven uitbreiden om deze nieuwe technologieën effectief toe te passen.

    Daarnaast is het aannemen van een duurzamere mindset van toenemend belang. Met de focus op duurzaamheid in de energietransitie ligt er meer nadruk op het gebruik van milieuvriendelijke materialen en methoden. Het is daarom noodzakelijk voor beginnende betonreparateurs om zich bewust te zijn van duurzame praktijken en die in hun werk te integreren.

    De energie-efficiëntie van gebouwen is een belangrijk punt in de energietransitie. Voor beginnende beroepsbeoefenaars kan dat betekenen dat ze betonconstructies repareren of aanpassen om ze beter isolerend te maken, wat energieverlies vermindert.

  • Wat verandert er?

    In de afgelopen jaren hebben innovaties voor het CO2-arm produceren van beton elkaar in hoog tempo opgevolgd, vooral op het gebied van het verminderen van CO2-uitstoot. Een voorbeeld hiervan is de Amerikaanse start-up C-Crete, die een duurzamere methode heeft ontwikkeld voor de productie van beton. Door een geheim alternatief voor cement te gebruiken, slaagt het bedrijf erin de CO2-uitstoot die normaal gesproken gepaard gaat met betonproductie te verminderen (ChangeInc, 2023). 
    Een ander voorbeeld komt van het Amerikaanse Sublime Systems, een spin-off van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Dit bedrijf heeft een technologie ontwikkeld waarmee cement kan worden geproduceerd zonder CO2-uitstoot. Alle processen vinden plaats bij kamertemperatuur met behulp van elektrolyse (ChangeInc, 2023a). 

    Beton als energieopslagsysteem

    Anderzijds kan beton ook een helpende hand zijn in de energietransitie. Cement en roet kunnen volgens een nieuwe studie van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) de basis vormen voor een nieuw, goedkoop energieopslagsysteem. De onderzoekers menen dat hun supercondensator op termijn in de betonnen fundering van een huis zou kunnen worden ingebouwd. Daar zou het een hoeveelheid energie kunnen opslaan voor een volledige dag, zonder te raken aan de structurele sterkte van het gebouw (Ecotips, 2023). Ook in Zweden is een onderzoeksteam aan de slag gegaan met het creëren van een batterij gemaakt van beton. Door cement te mengen met door metaal bedekte koolstofvezels kan een blok beton energie opslaan (ChangeInc, 2021). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Voor beginnende beroepsbeoefenaars in betonstaalverwerking is het van groot belang om een duurzame mindset te ontwikkelen. Zij moeten zich bewust zijn van de milieu-impact van betonproductie en openstaan voor de milieuvriendelijkere productiemethoden die in opkomst zijn. De energietransitie speelt hierbij een cruciale rol.

    De energietransitie heeft invloed op de beginnende beroepsbeoefenaar doordat er een groeiende nadruk ligt op duurzaamheid en milieuvriendelijkheid in de bouwsector. Dit betekent dat beginnende beroepsbeoefenaars worden geconfronteerd met de uitdaging om hun werkzaamheden aan te passen aan nieuwe normen en voorschriften voor milieuvriendelijke bouwpraktijken. Dit kan onder meer inhouden dat zij moeten werken met gerecyclede materialen, duurzamere productiemethoden moeten toepassen en actief moeten bijdragen aan het verminderen van de CO2-uitstoot in de betonproductieketen.

  • Wat verandert er?

    De groeiende vraag naar duurzame energieopwekking en verbeterde isolatie is een direct gevolg van de energietransitie. Een belangrijk aspect van deze transitie is de installatie van zonnepanelen op daken, wat een cruciale rol speelt in de ambitie om het opwekken van hernieuwbare energie te bevorderen. Echter, niet alle daken zijn geschikt voor traditionele zonnepanelen vanwege structurele beperkingen, zoals bij agrarische gebouwen of distributiecentra. Na onderzoek van Generation.Energy blijkt dat 50% van het oppervlakte van daken en parkeerplaatsen in Nederland beschikbaar is voor het opwekken van zonne-energie met panelen. Deze daken en parkeerplaatsen hebben ook ruimte om zonnepanelen te plaatsen en er is voldoende lichtinstraling (Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland, 2022).

    Een zonnedakpan is een dakpan en zonnepaneel ineen. Het grootste verschil met zonnepanelen is dat een zonnedakpannen op zichzelf bouwelementen zijn. Ze maken dus integraal deel uit van de dakbedekking. De opkomst van zonnedakpannen biedt een innovatieve manier om zonne-energie te integreren in gebouwen, terwijl tegelijkertijd het esthetische aspect behouden blijft (Solinso, 2023). 

    Ook de focus op dakisolatie neemt toe als onderdeel van de energietransitie. Verbeterde dakisolatie draagt bij aan energiebesparing door warmteverlies te verminderen. Dit is van bijzonder belang, omdat ongeveer 35% van de warmte in woningen verloren gaat via het dak.

    Deze ontwikkeling stelt dakdekkers voor nieuwe uitdagingen en vereist mogelijk aanpassingen in hun vaardigheden en installatietechnieken (Grijs naar groen, z.d.).

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De groeiende vraag naar duurzame energieopwekking en verbeterde isolatie betekent dat beginnende beroepsbeoefenaars een breder scala aan vaardigheden moeten ontwikkelen om aan de nieuwe eisen te voldoen (zie ook de trend Taakverschuiving). 

    Daarnaast is er een grotere nadruk op dakisolatie, wat betekent dat beginnende dakdekkers moeten leren hoe ze hoogwaardige isolatiematerialen moeten selecteren en correct moeten installeren. Aangezien een groot deel van de warmte in woningen verloren gaat via het dak, zal het vermogen om efficiënte isolatiesystemen te installeren steeds belangrijker worden.

    Al met al vereist deze ontwikkeling dat beginnende dakdekkers flexibel en proactief zijn in het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden om aan de veranderende behoeften van de sector te voldoen. Dit kan betekenen dat ze zich moeten aanpassen aan nieuwe installatietechnieken, materialen en technologieën.

  • Wat verandert er?

    Ook in het vakgebied van de metselaars is de energietransitie doorgedrongen. In het geval van metselwerk is CO2-reductie te realiseren door metselstenen minder breed te maken en daarmee dunnere, gemetselde gevels te realiseren (Aannemersvak, 2024b). Innovaties op het gebied van bakstenen dragen bij aan de energietransitie door het verminderen van energieverbruik tijdens productie. In tegenstelling tot het traditionele bakproces dat veel energie vereist en vaak gebruikmaakt van aardgasgestookte ovens, ondergaat de nieuwe steen van Vandersanden een alternatief droogproces in speciale kamers gevuld met CO2. Gedurende ongeveer 48 uur absorbeert de steen CO2 uit de omgeving en hardt uit.

    Een ton van deze nieuwe bakstenen neemt ongeveer 60 kilogram CO2 op. Bij het bouwen van een eengezinswoning, waar gemiddeld tussen de 10.000 en 15.000 bakstenen worden gebruikt, kan het huis tussen de 1.300 en 2.100 kilogram CO2 opnemen. Dit staat gelijk aan de uitstoot van 5.600 autokilometers of 2.800 vliegkilometers, volgens gegevens van Vandersanden.

    De nieuwe bakstenen van Vandersanden bestaan voor 20% uit primaire grondstoffen, voornamelijk zand, terwijl 80% bestaat uit gerecycled materiaal afkomstig uit de staalindustrie. De benodigde CO2 voor het uitharden van de stenen wordt verkregen van vervuilende industrieën. Vandersanden heeft als doel om jaarlijks 20 miljoen CO2-negatieve stenen te produceren (ChangeInc, 2023a).

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Voor beginnende beroepsbeoefenaars in het metselen is het cruciaal om zich bewust te zijn van de veranderingen in metselmethoden en materialen als gevolg van de energietransitie. Een duurzame mentaliteit ten opzichte van CO2-reductie en de milieu-impact is essentieel. Dit betekent dat zij moeten anticiperen op alternatieve metselmethoden en -producten die minder belastend zijn voor het milieu en meer gericht zijn op het verminderen van de CO2-uitstoot. Het is belangrijk om flexibel te zijn en bereid te zijn om nieuwe vaardigheden aan te leren die passen bij deze transitie.

  • Wat verandert er?

    De energietransitie heeft een aanzienlijke invloed op het restaureren van historische panden en daarmee ook op het vak van de restauratiespecialist. Met de toenemende aandacht voor duurzaamheid en energie-efficiëntie worden restauratieprojecten steeds vaker uitgevoerd met het oog op het verbeteren van de energieprestaties van historische gebouwen. Dit betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt tussen het implementeren van maatregelen om de isolatie te verbeteren, de luchtdichtheid te vergroten en de energie-efficiëntie te maximaliseren, terwijl de historische kenmerken en materialen van het pand behouden blijven. Monumenten.nl biedt een Zelfscan Duurzaam Monument aan, waarmee eigenaren inzicht kunnen krijgen in de mogelijkheden voor het verduurzamen van hun monument. Daarnaast biedt het platform een ontzorgingsprogramma voor eigenaren aan (Monumenten.nl, 2024). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De energietransitie heeft ook invloed op de werkzaamheden van beginnende beroepsbeoefenaars in het restaurantievakmanschap in de bouw. Die veranderingen dwingen hen om zich bewust te zijn van duurzamere restauratiepraktijken. Dit kan onder meer betekenen dat ze moeten leren om historische panden te renoveren met meer aandacht voor energie-efficiëntie en duurzaamheid, bijvoorbeeld door het gebruik van milieuvriendelijkere materialen. Daarnaast moeten ze mogelijk nieuwe technologieën en methoden leren die gericht zijn op het verminderen van de energiebehoefte van historische gebouwen, terwijl ze toch de authenticiteit en karakteristieke kenmerken behouden. 

  • Wat verandert er?

    Bij de energietransitie staat het minimaliseren van uitstoot en schadelijke stoffen centraal, evenals het maximaliseren van slimme energieoplossingen. Dit heeft verschillende implicaties voor het slopersvak. Er wordt bijvoorbeeld gestreefd naar het terugdringen van CO2-uitstoot gedurende het hele sloopproces. Sinds 1 januari 2024 moeten bij het verrichten van bouw- en sloopwerkzaamheden adequate maatregelen worden getroffen om de emissie van stikstofverbindingen naar de lucht te beperken. Deze emissiereductieplicht volgt uit artikel 7.19a Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) voor het slopen van een bouwwerk waarvoor een sloopmelding is vereist, omdat de hoeveelheid sloopafval naar redelijke inschatting meer dan 10 m3 bedraagt (Omgevingsweb, 2024).

    Daarnaast wordt er meer nadruk gelegd op het efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen en het toenemende gebruik van HVO-brandstof. Ook wordt er ingezet op het vergroten van het aandeel energie dat afkomstig is uit hernieuwbare bronnen, zoals zonne- en windenergie. 

    De laatste jaren wordt er ook steeds meer ingezet op elektrificatie van het sloopmaterieel, waarbij de overstap naar elektrische sloopmachines een belangrijk aspect vormt. Dit brengt echter wel aanzienlijke investeringen met zich mee (SEB, z.d.).

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Voor de beginnende beroepsbeoefenaar is het van belang om te kunnen werken met nieuwe technologieën en methoden die gericht zijn op het minimaliseren van uitstoot en het maximaliseren van energie-efficiëntie, zoals het gebruik van elektrische sloopmachines. 

    Daarnaast zullen beginnende slopers moeten leren hoe ze CO2-uitstoot kunnen verminderen gedurende het hele sloopproces, wat mogelijk nieuwe procedures en werkwijzen vereist. Er zal een grotere focus komen te liggen op duurzaamheid en milieubescherming, wat betekent dat beginnende slopers moeten worden opgeleid in milieuvriendelijke sloopmethoden en het correct afvoeren van materialen om het milieu te beschermen.

  • Wat verandert er?

    De energietransitie heeft invloed op het beroep tegelzetten door de focus op duurzaamheid en energie-efficiëntie. Keramische tegelvloeren worden gezien als de milieuvriendelijkste optie, vanwege hun lage milieu-impact, zoals bevestigd door life cycle assessments (LCA's) en environmental product declarations (EPD's). Hoewel keramische tegels duurzaam zijn, kan er nog winst worden behaald in het verminderen van energieverbruik tijdens de productie. Bedrijven zoals Mosa zijn hiermee bezig door het productieproces te verduurzamen en hernieuwbare energie voor ovens en andere processen toe te passen (Cobouw, 2022). 

    Door de warmtegeleidende eigenschappen kunnen tegelvloeren efficiënt warmte opnemen en afgeven, wat gunstig is in combinatie met warmtepompen en vloerverwarmingssystemen. Dit maakt tegelvloeren een kosteneffectieve oplossing die past binnen de energietransitie.

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Voor de beginnende beroepsbeoefenaar in tegelzetten veranderen de werkzaamheden niet veel. De focus ligt vooral op het ontwikkelen van een duurzame mindset en bewustzijn.

  • Wat verandert er?

    Een belangrijk aspect van de energietransitie is de vraag naar beter geïsoleerde en luchtdichte gebouwen om warmteverlies te minimaliseren en energieverbruik te verminderen. Dit vereist vaak aanpassingen aan de bouwschil, waarbij timmerlieden een cruciale rol spelen bij het installeren van hoogwaardige isolatiematerialen en het zorgvuldig afdichten van naden en kieren.

    Daarnaast kunnen timmerlieden worden betrokken bij de installatie van energiezuinige ramen en deuren, die bijdragen aan een betere thermische isolatie van gebouwen. Het gebruik van duurzame houtsoorten en materialen met een lage milieu-impact kan ook een belangrijk onderdeel zijn van projecten die gericht zijn op energie-efficiëntie.

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Voor beginnende beroepsbeoefenaars in timmeren is het van belang dat zij een duurzame mindset hebben en kennis hebben van de regelingen die voortvloeien uit de energietransitie. 

  • Wat verandert er?

    De energietransitie heeft een significante impact op het gebied van gevelbehandeling, met name door de opkomst van zonnepanelen op gevels. In Nederland beslaat het totale geveloppervlak ongeveer 2.200 vierkante kilometer, waarvan maar liefst 660 vierkante kilometer geschikt is voor het opwekken van zonne-energie. Dit biedt een potentieel vermogen van maar liefst 58 gigawattpiek aan zonne-energie-installaties op gevels. Ter vergelijking: in 2022 bedroeg het totale vermogen van alle zonne-energie-installaties in Nederland 18,8 gigawattpiek. Een voorbeeld van deze ontwikkeling is te zien bij het hoofdkantoor van BAM, waar esthetische zonnepanelen zijn geïnstalleerd op de gevel. Hierbij is gekozen voor een baksteenpatroon dat naadloos aansluit op de bestaande gevel, waardoor de zonnepanelen niet alleen functioneel zijn, maar ook visueel aantrekkelijk. Dit illustreert hoe de integratie van zonne-energie in de gebouwde omgeving kan bijdragen aan zowel duurzaamheid als esthetiek (TNO, z.d.-b).


    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De energietransitie brengt vernieuwende technologieën en materialen met zich mee die worden toegepast in gevels. Beginnende beroepsbeoefenaars dienen mogelijk hun vaardigheden aan te scherpen om bijvoorbeeld energie-efficiënte isolatiematerialen te installeren of om te werken met gevelsystemen die geschikt zijn voor energieopwekking. Dit impliceert ook het verwerven van kennis over het integreren van zonnepanelen en andere energieopwekkende systemen in gevels, naast hun traditionele voegwerkzaamheden.

  • Wat verandert er?

    De overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen en de toegenomen druk op energie-efficiëntie en CO2-reductie binnen de bouwsector, hebben veel invloed op het bouwen en renoveren van gebouwen. De energietransitie heeft zodoende veel impact op de werkzaamheden van de middenkaderfunctionaris smart building. Het integreren van duurzame en energiezuinige oplossingen in bouwprojecten wordt steeds belangrijker. Denk onder andere aan de selectie van duurzame bouwmaterialen en -technologieën, implementatie van slimme gebouwtechnologieën, adviseren over energiebesparende maatregelen en zorgen voor naleving van duurzaamheidsnormen en regelgeving. Ook is het belangrijk om te werken aan hernieuwbare energie in de gebouwde omgeving. Het aandeel hernieuwbare energie in de gebouwde omgeving was in 2021 17%. Het gebruik van hernieuwbare energie in de gebouwde omgeving bestaat uit het gebruik van omgevingswarmte door warmtepompen, zonnewarmte door zonneboilers, hout in haarden en kachels, biogas of groen gas, levering van hernieuwbare warmte via stadsverwarming en levering van hernieuwbare elektriciteit (PBL, Planbureau voor de Leefomgeving et al., 2023).

    Daarnaast wordt er steeds meer samengewerkt met belanghebbenden zoals ontwerpers, ingenieurs, aannemers en energieadviseurs, om duurzame oplossingen te ontwikkelen die voldoen aan de specifieke eisen en doelstellingen van het bouwproject.

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De middenkaderfunctionaris smart building speelt een centrale rol in het verwezenlijken van de duurzaamheidsdoelstellingen voor bouwprojecten. Het integrale proces van duurzaam bouwen omvat namelijk verschillende aspecten die bijdragen aan een energie-efficiënte en milieuvriendelijke benadering van bouwprojecten. Allereerst is er de selectie van duurzame bouwmaterialen en -technologieën. Hierbij worden materialen gekozen die bijdragen aan energie-efficiëntie, zoals isolatiematerialen die warmteverlies minimaliseren, energiezuinige verwarmings- en koelsystemen, oplossingen voor zonne-energie en slimme energiesystemen (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2022a). De beginnende beroepsbeoefenaar moet goed op de hoogte zijn van de nieuwe ontwikkelingen op dit gebied. 

    Daarnaast is de implementatie van slimme gebouwtechnologieën essentieel. Deze technologieën monitoren, regelen en optimaliseren het energieverbruik, en beheren binnenklimaatparameters. Voorbeelden hiervan zijn building management systems (BMS), IoT-apparaten en sensoren die data verzamelen en analyseren. Het adviseren over en implementeren van energiebesparende maatregelen gedurende alle fasen van het bouwproces is een belangrijk aspect van duurzaam bouwen. Voor de beginnende beroepsbeoefenaar gaat het niet alleen om het ontwerp en de planning, maar ook om de uitvoering en het onderhoud van het gebouw.

    Tot slot is er de zorgvuldige naleving van duurzaamheidsnormen en regelgeving met betrekking tot energieprestaties van gebouwen. Dit omvat onder andere het voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit en lokale duurzaamheidsinitiatieven, om zo te waarborgen dat gebouwen voldoen aan de hoogste duurzaamheidsstandaarden.