Wat houdt 'Natuurinclusiviteit' in?

Natuurinclusief bouwen houdt zo veel mogelijk rekening met de bestaande natuur en de impact op het milieu. Bouwwerken dragen bij aan de lokale biodiversiteit en natuurwaarden. Het voornaamste doel is om de biodiversiteit van de omgeving niet alleen te behouden, maar ook te beschermen en te verbeteren. Ook dient meer ruimte te worden gegeven aan lokale biodiversiteit met bijvoorbeeld groene gevels (Natuurlijk Kapitaal, 2023). 

Biobased materialen

Bij natuurinclusief bouwen zijn de bouwmaterialen van belang. Het marktsegment Afbouw & Onderhoud maakt steeds vaker gebruik van duurzame en biobased materialen, zoals hout, strobalen en bamboe, in plaats van traditionele bouwmaterialen zoals beton en staal. Die materialen worden belangrijker omdat ze minder belastend zijn voor het milieu, de CO2-uitstoot kunnen beperken en ook beter zijn voor de gezondheid (TNO, 2022a).

“Er wordt nog heel weinig gewerkt met biobased materiaal zoals leemplaat. Werken op duurzame materialen is nog lastig, omdat het nog nieuw en onbekend is en de kennis er bij velen nog niet voldoende is.”

Gijs de Jong, Knauf

Wat is de impact van 'Natuurinclusiviteit' op dossierniveau?

Op dit moment worden biobased materialen nog niet veelvuldig toegepast en dat heeft vooral te maken met de relatief hoge kosten, de geringe kennis over en de ervaring met deze materialen. Ook loopt men kwaliteitsrisico’s als biobased materialen niet goed worden verwerkt, omdat nog niet bekend is hoe materialen op elkaar reageren en wat het resultaat op de lange termijn is (Circulaire bouweconomie, 2022). Met de druk op kwaliteit (zie Trend Kwaliteitsborging) is dit een belangrijk aspect dat het werken met biobased materialen tegenhoudt. Hoewel biobased materialen nog niet in groten getale worden gebruikt, ziet men in dat de toepassing van natuurlijke materialen in de komende jaren belangrijker wordt.

  • Wat verandert er?

    De toepassing van biobased materialen vindt nog niet op grote schaal plaats, al wordt leemstuc steeds vaker toegepast. Kennis van biobased materialen is van belang om te begrijpen hoe bijvoorbeeld leemstuc aangebracht moet worden. Biobased materialen kunnen de ondergrond vormen, bijvoorbeeld een ondergrond van vlas of hennep. 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Biobased materialen worden ook in wanden en plafonds toegepast. Kennis over de ondergrond van materialen voor de toepassing van stucwerk verandert doordat de materialen anders zijn, bijvoorbeeld stuken op leemplaat. Een gebrek aan kennis roept veel vragen op over bijvoorbeeld de kwaliteit, de manier van toepassen en de levensduur. De beginnende beroepsbeoefenaar kan zich hierin bekwamen door trainingen te volgen. 

  • Wat verandert er?

    Bij natuurinclusief bouwen gelden andere maatregelen waar men rekening mee moet houden, want de natuur heeft een bepalende stem in het ontwerp. Glazen ruiten kunnen een belemmering vormen voor vogels, een botsing is in de helft van de gevallen fataal. Daarom kun je bij de plaatsing van glazen ruiten rekening houden met maatregelen om dit te voorkomen, zoals het plaatsen van raamstickers op de buitenkant van het raam. De stickers moeten bij voorkeur wit zijn. Andere vormen van figuurverwerking zijn ook mogelijk, bijvoorbeeld gezandstraalde figuren in het glas of verticale lijnen van 2 cm breed, met een onderlinge afstand van 10 cm (Checklist Groen Bouwen, z.d.).

    Glas kan dienen als biobased materiaal. Resten van glasrecycling kunnen worden vermalen tot glasschuim voor fundering van gebouwen (Duurzaam Gebouwd, 2022). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Natuurinclusief bouwen en de toepassing van biobased materialen vraagt om een andere visie op het bouwproces. Ook voor beginnende beroepsbeoefenaars vraagt dit om een andere visie, waarbij de natuur een belangrijke speler is. De beginnende beroepsbeoefenaar heeft niet direct te maken met glasschuim in de werkzaamheden, maar het besef dat glasrecycling kan leiden tot een heel ander product voor natuurinclusief bouwen, vraagt om kennis van nieuwe producten en inzicht.  

  • Wat verandert er?

    Natuursteen is een 100% natuurlijk en herwinbaar product. Tijdens de winning van natuursteen worden geen chemische processen gebruikt, zoals chemicaliën voor verhitting en smelten. Het is een eerlijk en authentiek product en heeft een lange levensduur. Dit maakt natuursteen een aantrekkelijk product voor natuurinclusieve bouwwerken. 

    Natuursteen, zoals marmer, graniet en kalksteen, heeft unieke eigenschappen en vereist speciale aandacht bij het gebruik van kit. Zuurvrije natuursteenkit is ontwikkeld om te voldoen aan de eisen van natuursteenoppervlakken. Deze kit bevat geen zuren en andere agressieve chemische stoffen die de natuursteen kunnen aantasten. In plaats daarvan bevat de kit neutrale ingrediënten die veilig zijn voor het behoud van de natuurlijke schoonheid en integriteit van het materiaal (Natuursteen, 2023).

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Natuurlijk materiaal vraagt om een andere bewerking. De beginnende beroepsbeoefenaar heeft kennis nodig om het product handmatig of machinaal te kunnen bewerken. Daarnaast is het voor de beginnende beroepsbeoefenaar van belang om kennis te hebben van (de toepassing van) biobased innovaties, zoals zuurvrije natuursteenkit. 

  • Wat verandert er?

    Natuurinclusiviteit vraagt om visie bij de start van het bouwproject. Er worden beslissingen genomen die in het voordeel van de natuur en biodiversiteit werken. Natuurinclusieve bouw kan bijvoorbeeld het integreren van groene en biodiverse elementen in het gebouw omvatten. Dit kan variëren van groene wanden en wanden bestaande uit biobased materialen (Circulaire Bouweconomie, 2020). Beginnende beroepsbeoefenaars kunnen betrokken zijn bij de installatie van deze elementen.

    Natuurinclusiviteit moedigt het gebruik van duurzame en milieuvriendelijke materialen aan. Duurzaamheidsnormen worden strikter en kunnen bepalend zijn bij een aanbesteding. Wanneer een bouwbedrijf hoog scoort op de BCI-index kan dat een voordeel zijn. De BCI-index houdt onder andere rekening met de herkomst van materialen en dat maakt het gebruik van biobased materialen aantrekkelijk. Wand- en plafondpanelen bevatten steeds meer natuurlijke materialen zoals vlas en hennepvezels. Vlas is hernieuwbaar, herwinbaar, milieuvriendelijk en kan lokaal worden geteeld. Ook heeft een vlaswand een levensduur van zo’n honderd jaar en legt het CO2 in een gebouw vast. (Faay, 2024) 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Bij natuurinclusief bouwen werkt men vaak met duurzame, biobased materialen. Beginnende beroepsbeoefenaars kunnen betrokken zijn bij het selecteren van materialen die voldoen aan deze duurzaamheidsnormen, zoals hout uit duurzaam beheerde bossen en natuurlijke materialen.

  • Wat verandert er?

    Biobased materialen zijn essentieel bij natuurinclusief bouwen en worden steeds vaker in bouwwerken toegepast. Materialen op basis van hennep- of vlasvezels in dekvloeren kunnen een alternatief zijn voor traditionele materialen. Ook bindmiddelen worden meer biobased. Zo komt Bond met een bindmiddel op basis van natuurlijke, hydraulische kalk met een snellere droogtijd dan de meeste andere natuurlijke kalkbindmiddelen. De Unilit Bond is geschikt voor het maken van isolerende dekvloeren aan de binnenzijde, maar het kan ook dienen om er zandkalkdekvloeren mee te maken. De Unilit Bond kan worden gemengd met kurk, hennep en zand. Door het te vermengen met kurk of hennep ontstaat een lichtgewicht dekvloer (chape) met een isolerende werking (Groene Bouwmaterialen, z.d.).

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Natuurinclusiviteit vraagt om een andere visie op materiaalgebruik en -toepassing. Voor de beginnende beroepsbeoefenaar is het van belang om kennis te hebben van andere/nieuwe materialen en de toepassing ervan. 

  • Wat verandert er?

    Natuurinclusief bouwen heeft op verschillende manieren invloed op onderhouds- en verbouwbedrijven, met name omdat het gericht is op het integreren van de natuur en biodiversiteit in de gebouwde omgeving. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld betrokken worden bij het behoud en het bevorderen van biodiversiteit op het terrein. Denk aan het beheer van de natuurlijke omgeving, insectenhotels, inbouwkasten voor vleermuizen, kunstnesten voor de huiszwaluw, etc. Checklist Groen Bouwen heeft alle natuurinclusieve maatregelen op een rijtje gezet (Checklist Groen Bouwen, z.d.). 

    De vraag naar het gebruik van natuurvriendelijke, biobased bouwmaterialen voor bouwwerken en renovaties wordt groter, omdat deze materialen weinig impact hebben op het milieu. Elementen zoals houten constructies, natuursteen en andere natuurlijke materialen vereisen specifiek onderhoud om hun levensduur te verlengen. De onderhoudsbehoefte van deze materialen wijkt dus af van de materialen die men van oudsher gewend is te gebruiken. Voor onderhoudsbedrijven is het belangrijk om hier rekening mee te houden (bijvoorbeeld in onderhoudsplannen). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De omgang met natuurinclusiviteit als visie van een gebouw en de omgeving, evenals het gebruik van biobased materialen, vraagt om een andere werkwijze van de beginnende beroepsbeoefenaar. Je een leven lang ontwikkelen is hier het credo, aangezien de innovaties van biobased materialen snel gaan. Onderhouds- en verbouwbedrijven kunnen een rol spelen in educatie en bewustwording met betrekking tot natuurinclusief bouwen en beginnende beroepsbeoefenaars hierin opleiden. 

  • Wat verandert er?

    Natuurinclusief bouwen betekent dat er zo veel mogelijk rekening gehouden wordt met de impact op het milieu. Biobased materialen zijn in trek om de visie van natuurinclusief bouwen in praktijk te brengen. Zo ook biobased verf: verf die is samengesteld uit biobased grondstoffen. Dat zijn grondstoffen op biologische basis, oftewel grondstoffen die worden gewonnen uit de natuur. Daarnaast geldt dat deze grondstoffen herwinbaar zijn. De laatste jaren zijn veel nieuwe biobased verven en coatings op de markt gekomen voor schilders, en deze producten zijn qua kwaliteit ook verbeterd. Een van de producten is lijnolie. Lijnolie is afkomstig van de zaden van de olievlasplant. Net als andere verf bestaat lijnolieverf uit een combinatie van een bindmiddel, in dit geval lijnolie, pigmenten en diverse andere stoffen. Lijnolieproducten hebben een hoog gehalte aan natuurlijke, herwinbare grondstoffen en zijn dan ook een van de ‘zuiverste’ biobased producten. Deze producten zijn vooral als lakverf en beits op de markt. Restauratieschilders gebruiken ze graag, vanwege de traditionele glans die lang standhoudt. Maar ook voor meer hedendaagse panden is lijnolieverf zeer geschikt (Onderhoudnl, z.d.-c).

    Biobased verven en coatings zijn herkenbaar aan het OK Biobased-label dat de meeste verffabrikanten voeren om aan te geven dat ze biobased grondstoffen bevatten (Milieu Centraal, z.d.). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Voor de beginnende beroepsbeoefenaar vraagt het werken met biobased materialen om een andere werkwijze. Biobased lakken hebben bijvoorbeeld een iets langere overschildertijd dan synthetische lak. Het is voor de schilder belangrijk om zich goed te laten informeren over de biobased producten, om beter in te kunnen schatten hoe hij de producten moet gebruiken en wat de levensduur en het onderhoud van deze producten is.