Wat houdt 'Circulaire economie' in?

De Nederlandse overheid heeft de ambitie uitgesproken om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben. Eerder al, namelijk in 2030, moet het gebruik van primaire grondstoffen met 50% zijn afgenomen en wordt bewijslast over CO2-uitstoot gevraagd (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 2024). 

35% van de Nederlandse afvalstroom bestaat momenteel uit bouwafval. De totale bouwsector recyclet hiervan 95% (ING, 2024). Het gaat daarbij grotendeels om bouwpuin dat wordt verwerkt tot granulaat voor fundering onder wegen. Dit vernietigt echter voor een groot deel de waarde van de bouwmaterialen en daarom wordt ook wel gesproken over downcyclen. Bij voorkeur worden bouwmaterialen of zelfs complete gebouw(del)en op een hoogwaardige manier hergebruikt.

Zo wordt er ook meer druk gelegd op het gebruiken van gerecycled materiaal. Hergebruik van materiaal houdt ook in dat je bewuster moet omgaan met het verwijderen van materiaal uit bestaande gebouwen om het te kunnen hergebruiken. 

Losmaakbaarheidsindex

Een belangrijke voorwaarde van circulariteit (en dus een lange levensduur van producten) is de losmaakbaarheid van het product. Een nog relatief nieuwe methode voor de berekening van de circulariteit is de Building Circularity Index (BCI). De BCI is een score voor de losmaakbaarheid van een gebouw. In de berekening van de BCI hangt de milieuprestatie (milieukosten) van een product nauw samen met de losmaakbaarheidsindex van datzelfde product. Hoe hoger de milieuprestatie van een product, hoe meer impact de losmaakbaarheid van het product op de BCI-score heeft. Een betonwand heeft een hoge milieuprestatie en is vaak niet makkelijk los te maken. De BCI-score is dan laag. Wanneer de betonwand wel makkelijk los te maken is, komt de BCI-score hoger uit (DGMR, 2023).

Terugnamegarantie

Terugnamegarantie is een afspraak tussen de leverancier en de opdrachtgever dat de opdrachtgever de bouwmaterialen in de toekomst terug kan geven aan de leverancier. Deze manier van werken stimuleert de circulaire economie en maakt dat er slimmer nagedacht wordt over het productieproces, de grondstoffen van het product en de mogelijkheid tot hergebruik van producten.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Per 1 januari 2024 is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen van kracht en dient geregistreerd te worden welk materiaal wordt gebruikt en welke producten zijn verwerkt. Dit vraagt om meer administratie en controle door bouwpartijen. Ook de kennis van materialen en stoffen is van belang.

Papierloze bouw

Veel bedrijven kiezen ervoor om meer te werken in digitale systemen (zie Trend Slim werken) en zo toe te werken naar papierloze bouw. Niet alleen op de bouwplaats, maar ook op kantoor zijn er tal van mogelijkheden om processen en bedrijfsvoering te verduurzamen. 

Wat is de impact van 'Circulaire economie' op dossierniveau?

De ontwikkelingen rondom circulaire economie hebben invloed op alle dossiers en dan met name op het hergebruik van materiaal en het gebruiken van gerecycled materiaal. Ook de administratieplicht bij de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen komt terug in alle dossiers.

  • Wat verandert er?

    Het gebruik van primaire grondstoffen moet met de helft zijn afgenomen in 2030. In verschillende beroepsgroepen, waaronder die van stukadoor, is men zich ervan bewust dat je het materiaalgebruik moet beperken en het milieu zo min mogelijk belasten. Daarnaast is het sinds 1 januari 2024 (Wkb) verplicht om bij de oplevering aan te tonen dat de werkzaamheden voldoen aan de gemaakte afspraken (Onderhoudnl, z.d.). In het dossier dat wordt overhandigd aan de opdrachtgever staan de werkzaamheden en het materiaalgebruik beschreven. 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De beginnende beroepsbeoefenaar gebruikt materialen en middelen effectief, efficiënt en zorgvuldig. In de circulaire economie wordt er nog meer belang gehecht aan het bewust omgaan met materialen en middelen. Dit vraagt om een bewustere manier van werken. Ook het scheiden en afvoeren van afval dient nauwkeurig te gebeuren, met als reden het milieu zo min mogelijk te belasten en afval te sorteren ten behoeve van recycling. 

    Voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen dient de beginnende beroepsbeoefenaar bij te houden welke materialen hij gebruikt en hoe hij die gebruikt. Deze informatie, evenals informatie over onderhoud, overhandigt hij na afronding van de werkzaamheden aan de opdrachtgever. 

  • Wat verandert er?

    Een circulaire economie gaat over het zo lang mogelijk in omloop houden van grondstoffen. Al jarenlang wordt er gewerkt met vlakglas en dat is een circulair product. Vlakglas wordt verzameld door Vlakglas Recycling Nederland en vervoerd naar vlakglasrecyclingbedrijven. Die verwerken het tot een nieuwe, schone grondstof van hoge kwaliteit. Het uitgangspunt is de cradle-to-cradle-filosofie; het materiaal wordt na gebruik volledig hergebruikt in een ander product, met maximale beperking van restaval (Stichting Vlakglas Recycling Nederland, z.d.). 

    GSF Glasgroep heeft samen met de Hogeschool van Amsterdam een nieuwe methode ontwikkeld om oud isolatieglas uit elkaar te halen, te reinigen en vervolgens weer te isoleren. Zo kan ongeveer 70% van het isolatieglas dat zij demonteren volledig circulair opnieuw worden ingezet. Ook vacuümglas krijgt meer voet aan de grond. Met name voor renovatiewerken is vacuümglas uitermate geschikt. Dubbelglas is niet geschikt, omdat het niet past in de sponningen en te zwaar is (Bouwwereld, 2024). 

     

    “Twee jaar geleden is vacuümglas geïntroduceerd, dit product is volledig recyclebaar. Daarnaast is het iets van de laatste jaren dat je product ook een langere levensduur heeft. Bij vacuümglas verwachten we een levensduur van minimaal 50 jaar. Standaardisolatieglas heeft een levensduur van rond de 25 jaar.”

    René van der Kooij, AGC
    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De innovaties op het gebied van circulaire economie volgen elkaar in snel tempo op. Waar vacuümglas in eerste instantie alleen nog voor kleinere oppervlakken gebruikt kon worden, is het inmiddels ook mogelijk om grote formaten te produceren. In tegenstelling tot hr++- en triple-glas is vacuümglas licht in gewicht en daardoor makkelijker hanteerbaar. De toepassing van vacuümglas vraagt wel om een andere expertise, omdat het verlijmd moet worden. 

    Net als bij andere dossiers is het bijhouden van administratie over gebruikte materialen en het werkproces van belang voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Dit vraagt een extra administratieve inspanning van de beginnende beroepsbeoefenaar.

  • Wat verandert er?

    Recycling van materialen door gebruik te maken van herwinbare producten wint de laatste jaren terrein. Natuursteen leent zich goed voor cradle-to-cradle, omdat het als grondstof volledig hergebruikt kan worden zonder waarde te verliezen. Daarnaast heeft natuursteen een lange levensloop en dat pleit voor een circulaire economie. 

    “Reparaties is een vak apart, bij schade moet een blad goed hersteld kunnen worden.”

    Jamie Stolk, Vasto

    De laatste jaren is er meer focus op reparatie van bijvoorbeeld bladen dan op vervanging. Daarnaast is er meer vraag naar dunne platen natuursteen, keramiek of kwartscomposiet en dit vraagt om naadloos (in verstek) verlijmen. 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Repareren van bladen krijgt meer aandacht en dat vraagt ook om vaardigheden om dat te kunnen doen. Dit geldt ook voor het verlijmen van verstekken (in verstek plakken, 145 graden de hoek om zonder naden te zien). Voor zowel reparaties als verlijmen van verstekken wordt gewerkt met wortel en lijm en dit vraagt om vaardigheden om dit goed te kunnen doen. 

  • Wat verandert er?

    Een circulaire economie vraagt om hergebruik van grondstoffen, dus ook het hergebruik van plafondplaten. De verwijdering van plafondplaten dient voorzichtig te gebeuren om ze een tweede leven te kunnen geven. Er zijn partijen zoals Insert die een marktplaats aanbieden voor refurbished materialen zoals oude plafondplaten. Na demontage zijn de platen op maat gemaakt en opgeknapt volgens de gangbare richtlijnen. Daarnaast krijgt afvalscheiding meer aandacht (Ingenii Bouwinnovatie, z.d.). 

    De BCI-index kijkt naar de herkomst van de materialen, de herbruikbaarheid en de losmaakbaarheid van materialen en elementen. Steeds meer bedrijven in plafond- en wandmontage springen hierop in door demontabele wanden en plafonds aan te bieden. Gyproc LOOPD is het eerste demontabele metal-stud-wandsysteem. De opbouw bestaat uit Metal Stud-profielen met gipskartonplaten van Gyproc. Wat dit systeem uniek maakt, is dat de voegafwerking losmaakbaar is. Het voegband kan als een soort ritssluiting worden losgetrokken, waardoor de wanden zeer eenvoudig gedemonteerd kunnen worden voor hergebruik (Cobouw, 2023b). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Het demonteren van oude plafondplaten moet voorzichtig gebeuren. Waar voorheen plafondplaten in de container belandden, is snelle sloop geen optie om oude plafondplaten nog in te zetten voor hergebruik. Het demonteren kost meer tijd dan slopen. De beginnende beroepsbeoefenaar dient hier rekening mee te houden in de planning en de wijze van demonteren.

  • Wat verandert er?

    Hout is een belangrijk bouwmateriaal als het gaat om duurzaamheid en circulariteit. Het is minder belastend voor het klimaat en het milieu dan beton en staal en heeft geen CO2-uitstoot, maar slaat CO2 op. Over beton en cement is de laatste jaren veel te doen, omdat het veel CO2-uitstoot creëert in de productie ervan. Op de markt verschijnen innovaties die CO2-arm zijn en qua prestatie hetzelfde niveau nastreven. Zo komt Ecocem met een alternatief voor traditioneel cement op basis van gemalen gegranuleerde hoogovenslak. Daarnaast werken dekvloerbedrijven steeds meer met gerecyclede materialen, zoals gerecycled beton, en bindmiddelen om de vraag naar nieuwe grondstoffen te verminderen (Ecocem Global, z.d.). Ook Woodstock Vloeren komt met een combinatievloer van schuimbeton dat een hoge isolatiewaarde biedt, vocht en schimmel tegengaat en 100% recyclebaar is. Schuimbeton is een vloeibaar betonmortel dat bestaat uit cement, water, schuimmiddel en lucht. Er wordt relatief weinig beton gebruikt en dat maakt dat de CO2-uitstoot minder groot is. De luchtbelletjes zorgen voor een isolerende werking. Een voorbeeld van een recyclebaar bindmiddel is Greenager+, dat werkt met een binder op kalkbasis en vulstoffen van 100% gerecyclede materialen zoals breekzand, baggerzand en rioolslib (Greenager +, 2024). (Kunststof) dekvloeren worden zelf ook steeds vaker gerecycled of zijn recyclebaar, zoals Eco2Floor (Eco2Floor, z.d.). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De innovaties op het gebied van circulaire bouwmaterialen gaan in snel tempo. Veel organisaties houden zich bezig met hergebruikte materialen of het creëren van alternatieven die milieuvriendelijker zijn. Voor de beginnende beroepsbeoefenaar is het van belang om de toepassingswijze van deze vloeren te begrijpen en ook daadwerkelijk toe te kunnen passen. Ook is het van belang om een duurzame mindset te hebben als het gaat om het gebruiken van gerecyclede materialen, verkleinen van de footprint en verminderen van materialengebruik. 

  • Wat verandert er?

    Van lineair denken naar circulair doen. Bij de circulaire economie gaat het over minimaliseren van afval en hergebruik van producten. Dit vraagt om een duurzame mindset en andere omgang met materialen die vervangen moeten worden. 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    Beginnende beroepsbeoefenaars moeten leren werken met herbruikbare materialen en methoden voor demontage en hergebruik. Dit heeft ook invloed op sloop- en renovatiewerkzaamheden. In plaats van gesloopt, worden materialen zorgvuldig gedemonteerd. 

  • Wat verandert er?

    De transformatie naar een circulaire economie brengt met zich mee dat er schonere, gezondere en herwinbare grondstoffen gebruikt worden. De circulaire economie is gericht op het beperken van afval, recyclen en het toepassen van natuurlijke, herwinbare grondstoffen. Zo worden ook verfblikken steeds vaker gerecycled. Schilders werken de laatste jaren steeds meer met andersoortige producten, bijvoorbeeld hybride producten. Dit zijn producten met meerdere soorten bindmiddelen. Zo’n mengsel is ontwikkeld om de positieve eigenschappen van beide bindmiddelen in de uiteindelijke verflaag te benutten en zijn geschikt voor situaties waarin een goede vochtregulatie gewenst is, in combinatie met een langdurig kleur- en glansbehoud. Denk aan houten gevels. Hybride producten zijn niet geheel biobased, maar wel minder milieubelastend (Onderhoudnl, z.d.-a). 

    Ook minerale producten zijn meer in trek. Minerale verfproducten zijn producten met een mineraal bindmiddel, bijvoorbeeld zand, leem, kalk of waterglas (een smeltproduct van zand en natriumcarbonaat). Deze grondstoffen zijn van natuurlijke oorsprong, maar niet herwinbaar. Minerale verven zijn zeer zuiver toe te passen, ze nemen CO2 op en dragen bij aan een gezond werk- en woonklimaat (Onderhoudnl, z.d.-a).

    Schilderen brengt ook verontreiniging van het water met zich mee en dat wordt een steeds belangrijker onderwerp binnen de circulaire economie. Er zijn verschillende initiatieven die hier oplossingen voor bedenken. Het bedrijf Go!Paint bijvoorbeeld, ontwikkelt schilderhulpmiddelen die helpen om waterverontreiniging te beperken (GoPaint, z.d.). 

    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De circulaire economie waar hergebruik van materiaal en milieuvriendelijke verven en coatings steeds belangrijker worden, vraagt om een duurzame mindset van de beginnende beroepsbeoefenaar. Duurzaam bewustzijn gaat ook over het afvoeren van afval en schoonmaken van kwasten. 

    Het gebruik van onder andere hybride en minerale producten vraagt om meer productkennis en kennis over de toepassing van deze producten. Ook de ondergronden veranderen, bijvoorbeeld in een biobased ondergrond, en dat vraagt ook om andere behandelmethoden dan bijvoorbeeld gipsplaten. Voor de beginnende beroepsbeoefenaar betekent dit dat die zich een leven lang moet blijven ontwikkelen en zich blijven bekwamen in de milieuvriendelijke innovaties.

  • Wat verandert er?

    De circulaire economie brengt met zich mee dat materialen milieuvriendelijker worden. Zo worden er coatings ontwikkeld die herbruikbaar zijn of gemakkelijk kunnen worden gerecycled. Producenten maken bijvoorbeeld meer gebruik van gerecyclede pigmenten. Dit draagt bij aan het verminderen van afval en het bevorderen van een duurzamere levenscyclus. 

    “In de lakindustrie wordt er meer ingezet op het terugwinnen van restwarmte en het hergebruik hiervan. Bij andere vormen van oppervlaktebehandeling is het zuiveren, het lozen en gebruik van water een topic. Bij het poedercoatproces vindt restpoeder een tweede bestemming door hergebruik.”

    Jan Willem Beun, ION
    Wat is de invloed op de werkzaamheden?

    De circulaire economie vraagt om een duurzamere mindset als het gaat om de pigmenten die zijn verwerkt in onder andere lakken en coatings en om het beperken van grondstofgebruik.