Audicien 

De verwachting is dat hoorzorg in de toekomst vaker op afstand plaatsvindt via een chatfunctie, online videoconsulten en online video-instructies. De audicien past op afstand het hoortoestel aan, geeft productadvies en helpt digitaal bij het onderhoud van hoortoestellen of het koppelen aan diensten. De audicien heeft hiervoor de juiste technische en digitale skills nodig om een klant (op afstand) te begeleiden en van advies te voorzien. De positie van de audicien veschuift naar een meer coachende en begeleidende rol, in plaats van een rol op het gebied van de technische en audiologische instellingen van hoortoestellen.  

Het is gemakkelijker om met een 3D-printer hoortoestellen te printen. Processen zijn gedigitaliseerd en verrijkt met kunstmatige intelligentie. De audiciens moeten de technologieën kennen en leren wat de verschillen zijn.  

De primaire doelgroep van slechthorenden is vaker beperkter mobiel. Goede gesprekstechnieken zijn belangrijk, voor de zorg van de audicien aan huis, voor het communiceren met betrokkenen van de cliënt. Er is meer kennis noodzakelijk op het gebied van revalidatie (audiologisch en psychosociaal). Er komen meer functionaliteiten en mogelijkheden bij en er zijn ook gehoortoestellen voor bijvoorbeeld ruisonderdrukking en oorsuizen. De drempel om van een gehooroplossing, die steeds meer een wearable wordt, gebruik te maken wordt kleiner. Een groeiende groep met gehoorschade zijn jongeren die festivals bezoeken. Er is voor deze groep meer aandacht voor preventie. 

De audicien krijgt te maken met een grotere groep klanten, maar ook een grotere diversiteit aan klanten en oplossingen. Elke groep heeft andere oorproblematiek, een andere behoefte en gaat anders om met het omarmen van de technologische mogelijkheden. Dat vereist persoonlijke counseling. Iedere slechthorende is uniek en de juiste diagnose, advies en begeleiding is noodzakelijk. Dit vraagt een goed analytisch vermogen en een geduldige, zorgzame en professionele houding, die aansluit bij de leefwereld van de cliënt. De problematiek van de doelgroep vraagt om inlevingsvermogen en om een duidelijke communicatie, aangepast aan de situatie van de cliënt. 

De concurrentie neemt toe en daarmee de zorg of patiënten wel de juiste zorgkwaliteit krijgen. Kwaliteitscontrole en bescherming van het vak zijn belangrijker. Werk verschuift steeds meer naar de eerstelijnszorg: van de kno-arts naar de audicien. Audiciens hebben fysiologische kennis van het gehoor nodig als ze in gesprek gaan met de audioloog of de kno-arts, om volwaardig gesprekspartner te zijn. Samenwerken binnen de zorgketen is essentieel en professioneel leren schrijven is nodig om een goede terugkoppeling te geven aan een kno-arts. 

In de hoorbranche is sprake van ketenvorming. Ketens zijn beter in staat om te onderhandelen met zorgverzekeraars. De audicien heeft door de verzekeraar te maken met meer administratieve taken en werkdruk.  

Orthopedische (schoen)techniek 

In de orthopedische revalidatie zet men digitale technieken in, zoals 3D-scannen, 3D-printen en brain computer interfaces (waarbij het menselijk brein in staat is om machines met gedachten te besturen). Het belang van kennis van digitale vaardigheden neemt daarom toe voor de (schoen)technisch-orthopedisch specialist. Ook is het heel belangrijk dat je goed 3D naar 2D kunt vertalen. Doordat nieuwe ontwikkelingen generieker inzetbaar zijn, neemt ook de kruisbestuiving van kennis uit andere branches toe.  

Het basispakket vergoedt steeds minder, de verzekeraar is bepalend en stelt meer voorwaarden aan het aanbieden van semiconfectie in plaats van maatwerk. Omdat het basispakket steeds minder vergoedt, is het belangrijker om de werkprocessen efficiënt in te delen. Daarbij helpt het om routinematiger te werken, met grotere productie-eenheden. Het orthopedisch bedrijfsleven werd ten gevolge van marktontwikkelingen en de financiële druk gedwongen om meer te kijken naar de bedrijfsprocessen. Dat betekent bijvoorbeeld goedkoper (halffabricaten) produceren en productie waar mogelijk outsourcen naar gespecialiseerde bedrijven. Daarvoor zijn gespecialiseerde mensen nodig, in plaats van allrounders. Ook is er sprake van een toenemend gebruik van geavanceerde en verbeterde halffabricaten. 

Tandtechniek 

In de tandtechnische branche kun je het gehele proces van het vervaardigen van een prothese uitvoeren met scannen, 3D-printen en digitaal frezen. Dit vraagt digitale en ICT-vaardigheden; een tandtechnicus moet 3D kunnen kijken en denken. Ook komt de nadruk meer op de serviceverlening te liggen: zorgen dat de klant zich thuis voelt en tevreden is over de ervaring. 

Mondjesmaat maakt men gebruik van kunstmatige intelligentie (KI) voor het designen van de prothese en om de diagnostische accuratesse bij dentale radiografie en diagnostiek te verhogen. In de toekomst is het mogelijk om röntgenbeelden automatisch te analyseren. Met de inzet van KI krijgt de tandtechnicus te maken met andere werkzaamheden, zoals het interpreteren van data.  

De hoeveelheid afval in de tandartspraktijk is groot; vooral door het gebruik van disposables. Door de transitie naar digitale technieken ontstaat minder afval; gipsafdrukken maken is overbodig. Daarnaast verlangt men van de leveranciers dat ze tandheelkundige producten en apparaten weer innemen om te recyclen.  

Als gevolg van de marktontwikkelingen is het aantal tandzorgpraktijken dat deel uitmaakt van een keten gegroeid. Ketens zijn beter in staat om te onderhandelen met zorgverzekeraars.  

De complexere zorgvragen (door vergrijzing), nieuwe technologische ontwikkelingen en toenemende mogelijkheden voor behandelingen en therapieën vragen om meer maatwerk van de tandarts en daarmee ook voor de tandtechnici. Ook ontstaan grotere mondzorgcentra die verschillende tandheelkundige disciplines en specialisaties onder één dak aanbieden. Er is sprake van toenemende samenwerking in de mondzorg. Werken in teamverband neemt toe en daarmee de taakdifferentiatie. Door technologische ontwikkelingen kan een tandarts in de toekomst gemakkelijker kroon- en brugwerk zelf vervaardigen met behulp van 3D-scans en een 3D-printer. 

Technisch-oogheelkundig assistent 

Voor een technisch-oogheelkundig assistent (toa) heeft Angio en lasertechnieken hun intrede gedaan. Een funduscamera maakt foto’s van het netvlies zonder pupilverwijding. De opties van lenzen zijn groter. Het aanmeten van een lens geeft meer werk: het is meer rekenen, uitzoeken en voorlichting geven. De toa heeft te maken gekregen met meer moeilijke casussen. De toa’s leren omgaan met nieuwe en geavanceerdere apparatuur die leidt tot betere diagnostiek en, uiteindelijk, betere behandeling. Dit vraagt een flexibele houding en het zich aanleren van weer nieuwe vaardigheden om steeds goed te anticiperen binnen een veranderende setting. 

In de oogzorg loont het om afval en CO2-uitstoot te reduceren. Zo kun je kijken naar onnodige onderdelen van wegwerp-IVI-sets of phaco-custompacks en een gesprek aangaan met de leverancier over het verpakkingsmateriaal en de mogelijkheden voor recyclen. In overleg is het mogelijk om duurzamere intravitreale injectiesets (IVI-sets) in te voeren in oogklinieken.  

Niet-complexe zorg kun je waar mogelijk buiten het ziekenhuis houden, zodat de druk op de specialistische zorg afneemt. De oogarts kan digitaal meekijken met de orthoptist. Door de groeiende patiëntenpopulatie, mede door vergrijzing en het toenemende ziektebeeld maculadegeneratie, hebben oogartsen minder tijd en verwachten zij steeds meer van de toa’s. De toa voert tijdens het eerste consult vaak al meerdere vervolgonderzoeken uit, om tot een duidelijkere diagnose te komen en de patiënt niet onnodig terug te laten komen. Oogartsen verwachten, mede door de tendens naar oreventieve zorg, dat toa’s meedenken, uitleg geven aan de patiënt, onderzoeken uitvoeren en meewerken aan voorlichtingen. Door een tekort aan toa’s besteedt men vervolgens steeds vaker taken uit aan doktersassistenten. Dit vereist een goede samenwerking tussen de disciplines.  

Medewerker steriele medische hulpmiddelen 

In het proces van reiniging, desinfectie en sterilisatie kan de medewerker steriele medische hulpmiddelen in de toekomst te maken krijgen met 3D-prints. Een medewerker steriele medische hulpmiddelen moet onderscheid kunnen aanbrengen tussen de verschillende 3D-materialen; welke samenstelling ze hebben en wat voor effect ze hebben op het reinigingsproces. 

Er is een ontwikkeling te zien van eenvoudig instrumentarium naar complex, computergestuurd instrumentarium. Het zijn moeilijke instrumenten om schoon en steriel te maken, waarvoor een grote concentratie nodig is om elk onderdeel goed terug te plaatsen. Ook is het werk verfijnder, dus is een verfijnde motoriek en een goed gezichtsvermogen nodig. Het inpakken van een set zijn herhalende bewegingen die belastend kunnen zijn, de inpakrobot is een oplossing voor deze fysieke ontlasting voor de medewerker 

Er is een grotere diversiteit aan instrumenten en onderdelen waar een medewerker steriele medische hulpmiddelen kennis van moet hebben om verkeerd gebruik te voorkomen. Het gebruik van medische instrumenten neemt toe en dat stelt hogere eisen aan de verwerkingssnelheid en aan de inrichting van het logistieke proces van een sterilisatieafdeling.  

Softwaresystemen, zoals operatieplanning- en informatiesystemen van de OK en het rooster van de CSA kun je door digitalisering makkelijker koppelen. Dat bevordert de samenwerking tussen de CSA en de OK en maakt het gemakkelijker om over te stappen naar vraaggericht werken. Een medewerker heeft meer ICT-kennis nodig en moet in staat zijn informatie digitaal te verwerken en te scannen. 

In de praktijk blijkt er veel afval te ontstaan in de branche van de steriele medische hulpmiddelen. De afhankelijkheid van disposables in de gezondheidszorg heeft geleid tot overmatige verspilling en vervuiling. Nieuwe wetgeving zegt dat de branche disposables mag hergebruiken, mits ze als nieuw terugkomen. 

Betere informatie over alternatieven is nodig om te weten wanneer iets al dan niet in aanmerking komt voor recycling en/of hergebruik.  

Optiek 

In de optiekbranche is het digitaliseren van bijvoorbeeld papieren administratie naar crm-systemen en online boekhouden opgenomen. Verschillende fabrikanten zijn actief in het ontwikkelen van slimme virtual reality (VR) en augmented reality (AR) brillen en/of lenzen met een of meer technologische functies op het gebied van beeld en/of geluid. Ook zijn er (slimme) brillen met extra digitale features waarmee verzorgenden op afstand exact zien waarmee hun collega's bezig zijn en elkaar kunnen helpen. Mocht metaverse (eens) komen, dan zullen deze ontwikkelingen in een stroomversnelling gaan.  

Kunstmatige intelligentie (KI) kan een rol spelen bij het beoordelen van fundusbeelden. De beschikbaarheid van meetwaarden, al dan niet door een specialist beoordeeld, zorgt ervoor dat een medewerker accurater en efficiënter advies kan geven. Ook kan men veel meer uit een oogmeting halen, zoals een latente afwijking. Een verwijzing naar een optometrist of oogarts kan gerichter plaatsvinden. Veel optiekwinkels bieden optometrie aan. Dat maakt oogzorg toegankelijker. Men zet in op taakherschikking en substitutie van laagcomplexe oogzorg van oogarts naar optometrist en orthoptist. De opkomst van nieuwe technologie vraagt om informatievaardigheden en om kritisch denken bij het verwerken van informatie, maar ook om deze informatie helder, duidelijk en empathisch te communiceren aan de klant. 

Kwaliteitscontrole en bescherming van het vak is steeds belangrijker door nieuwe online partijen. Ook  ontstaat er meer differentiatie in het (zorg)aanbod. In de optiekbranche is het mogelijk om monturen te personaliseren. Het 3D-printen biedt mogelijkheden tot verdere personalisatie. Het aanbod is door de 3D-techniek ook meer modulair mogelijk. Op basis van een scan van het gezicht kan een algoritme een passend montuurmodel voorstellen. Een behoefteanalyse uitvoeren vraagt van de medewerkers een goed inlevingsvermogen, productkennis en communicatieve vaardigheden. Maar ook om creativiteit en probleemoplossend denken om de klant de juiste oplossing te kunnen adviseren. Ook het omgaan met leeftijdgerelateerde aandoeningen, kwetsbare ouderen, en een multidisciplinaire zorgvraag is een vaardigheid waarover de opticien moet beschikken.  

Diverse organisaties bekijken de mogelijkheid om brillen een tweede leven te geven. Ook komt er meer verantwoordelijk bij de producent te liggen om duurzaam te produceren. Ze weten in te spelen op de opkomende vraag naar duurzame monturen.  

In de optiek is sprake van ketenvorming en van verticale integratie. Natuurlijk blijven er zelfstandigen over die excelleren in klantgerichtheid, klanttevredenheid en onderscheidend vermogen. Bij ketenbedrijven zal er eerder sprake zijn van gespecialiseerde functies dan in een zelfstandige (en/of kleine) winkel.