Wat houdt 'Digitale technieken' in?
Er is sprake van toenemend gebruik van digitale technieken zoals nieuwe maatname-, ontwerp- en vervaardigingstechnieken, bijvoorbeeld scantechnologie, CAD/CAM, 3D-techniek, OCT-scan en Angio en lasertechniek. Het zijn slimme technieken waarmee je producten kunt maken of onderdelen van het menselijk lichaam in beeld brengen. CAD/CAM en 3D zijn technieken die we in bijna alle dossiers van gezondheidstechnisch vakmanschap terug zien komen. Over deze technieken specifiek geven we dossieroverstijgend de volgende uitleg:
CAD/CAM
Op basis van een computer-aided design and simulation system (CAD/CIS) is het mogelijk om met simulatie de effecten van een bepaalde voorziening op voorhand te tonen. De voordelen die deze manier van werken met zich meebrengt zijn kortere ontwerp- en productietijden, kleinere foutmarges en minder afval. Dat leidt tot een efficiënter en duurzamer proces. Naast CAD is er ook CAM (computer-aided manufacturing): het fabriceren van producten met behulp van een computer en software. CAD/CAM-integratie betekent met hulp van de computer en software productiebestanden uit de ontwerpbestanden genereren. De ontwerpgegevens sla je op in een heel andere vorm dan de productiegegevens. Dit is een belangrijke stap, want als handhaving van kwaliteit een aanpassing in het ontwerp vereist, moet je die ook correct doorvoeren in het productieproces (CAD-CAM Conversie | Tildesign.nl, z.d.).
3D-techniek
Voor gezondheidstechnische producten maken slimmere ICT-techniek, 3D-scanning en 3D-printing het mogelijk om sneller en eenvoudiger bijvoorbeeld hoortoestellen, gebitsprotheses of orthopedische hulpmiddelen te produceren. De digitale technologie maakt het makkelijker om in een interdisciplinaire setting samen te werken. De planning en alle 3D-beelden verzend je via de mail, zodat iedereen er op zijn eigen moment naar kan kijken, en je hoeft niet bij elkaar te komen. 3D-techniek biedt ook mogelijkheden om ontwerpen te visualiseren. Met nieuwe 3D-visualisatietechnieken toon je ontwerpen realistischer aan klanten in bijvoorbeeld een verkoopgesprek. Ook zijn er voor de klant/patient veel voordelen te noemen, zo biedt een 3D-scanner bijvoorbeeld meer comfort voor de klant/client dan dat hij moet bijten voor een gipsafdruk.
Het is niet voor ieder bedrijf mogelijk om de investeringen te doen die nodig zijn om de nieuwe technieken in huis te halen. Ze lopen dan eerder het risico overgenomen te worden door grotere spelers. Uit gesprekken met experts blijkt dat kleinere bedrijven meer genoodzaakt zijn om samen te werken, om van elkaars specialisaties en apparatuur gebruik te maken. Ook is de transitie naar digitaal niet voor iedereen even makkelijk. Een vakman heeft het gevoel dat zijn werk minder handwerk zal blijven en meer technisch van aard zal zijn.
Wat is de impact van 'Digitale technieken' op dossierniveau?
De nieuwe digitale technieken maken het mogelijk om sneller, proactiever en eenvoudiger aanpassingen te doen, bijvoorbeeld aan hoortoestellen of orthopedische hulpmiddelen. Ook zorgen de digitale technieken voor een accuratere zorgverlening: het is efficiënter en minder foutgevoelig.
Voor gezondheidstechnische vakmensen betekenen deze ontwikkelingen dat de te besteden uren aan de patiënt minder belastend hoeven te zijn, omdat het werk door scantechnieken sneller kan. Anderzijds nemen de uren achter de computer toe. Dit vraagt meer competenties zoals sociale, communicatie-, digitale en ICT-vaardigheden, creativiteit en zelflerend vermogen, als reactie op de snelle ontwikkelingen.
Succesvol meebewegen met de technische veranderingen vraagt van werkenden naast een zekere mate van flexibiliteit en proactiviteit, ook om eigenaarschap van de eigen loopbaan. Je een leven lang ontwikkelen is steeds belangrijker, of je nu starter, herstarter of doorstarter bent. De ontwikkeling houdt niet op als een beginnend beroepsbeoefenaar de arbeidsmarkt betreedt.
-
Wat verandert er?
Een hoortoestel is altijd geassocieerd met ouderdom en met ernstige gehoorafwijkingen. Maar er komen steeds functionaliteiten en mogelijkheden bij en er zijn ook gehoortoestellen voor bijvoorbeeld ruisonderdrukking en oorsuizen. En komen ‘gehooroplossingen’ als wearables op de markt, als een soort accessoire. De drempel om van zo’n gehooroplossing gebruik te maken is daarmee kleiner.
Het is met een 3D-printer gemakkelijk om hoortoestellen te printen. Digitale afdrukken doen hun intrede. Alhoewel 3D-prints al breed omarmd zijn, staat het 3D-scannen zelf nog in de kinderschoenen.
Ook zijn processen gedigitaliseerd en verrijkt met kunstmatige intelligentie. KI-algoritmes zorgen voor minder fouten en kortere doorlooptijden. Technologie en KI maken het mogelijk om:
- (proces)protocollen te automatiseren,
- grotere hoeveelheden informatie te verwerken en
- doelgerichter te kiezen en te beslissen.
(Strategische Verkenning, 2019).
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
Er zijn steeds meer technologische innovaties van de fabrikanten op de markt gekomen. Door de technologische ontwikkelingen van de hoortoestellen die steeds meer zelf kunnen, verschuift de positie van de audicien naar een coachende en begeleidende rol, in plaats van de rol op het gebied van de technische en audiologische instellingen van de hoortoestellen.
De audiciens moeten de technologieën kennen en leren wat de verschillen zijn. Pas dan kunnen ze op de juiste manier inspelen op de wensen van de klant. Dennis Havermans (Beter Horen) zegt daarover: “Audiciens moeten weten wat er verkrijgbaar is en of dat passend is bij de behoefte die een cliënt heeft. Onze audiciens moeten leren wat voor verschillen er zijn en wat dat betekent.” Met alle technologische innovaties moet een audicien kritisch leren zijn of iets wel of niet goed werkt. Het is belangrijk dat de audicien daarin is voorbereid. De nieuwe technieken betekenen voor oudere audiciens dat ze zich moeten bijscholen in digital skills.
Ook moeten audiciens kritisch leren kijken naar scans, om vanuit een scan te kunnen onderscheiden dat het ene oor ontstoken is en het andere gezond is.
-
Wat verandert er?
In de orthopedische revalidatie is het mogelijk om gebruik te maken van technieken die door middel van analyses voorspellen hoe goed een ontwerp is, door gebruik te maken van Anatomy in Motion (AIM) en virtualrealityhandschoenen. AIM is een model dat gebruikmaakt van het looppatroon. Door de stand van de gewrichten en de bewegingsmogelijkheid van elk gewricht in dit model te plaatsen, is nauwkeurig te bepalen wat er aan de hand is. Virtualrealityhandschoenen zijn handschoenen waarin een feedbacksysteem is geïntegreerd waardoor je realtime een vertaling kunt maken naar virtual reality. Door deze techniek is het mogelijk om het product te zien en indien nodig aan te passen, nog voordat je het produceert.
Digitale technieken zijn een belangrijk onderdeel van de opleiding OT/OTS. Men verwacht een techniek als 3D-scannen en 3D-printen te standaardiseren.
Volgens Ivo Balk (Dutch HealthTec Academy) is het aanpassen van het productieproces naar 3D-printen een van de grootste ontwikkelingen en uitdagingen in de branche. “Er zijn altijd wel kleine ontwikkelingen geweest in hoe de productie plaatsvond, maar dat was meer evolutie. De huidige veranderingen gaan veel sneller.”
De Dutch Health Academy organiseert daarom bijvoorbeeld een Digitale Productietechniek Dag. Een aantal maatmeters laat de studenten dan kennismaken met software voor het ontwerpen van digitale leesten. Maar ook met het gebruik van 2D-scanners, drukmeetsystemen, 3D-scanners en digitale loopanalyseapparatuur. In de toekomst moet dit een onlosmakelijk onderdeel van de opleiding zijn, vertelt docent Rianne van Spijkeren (Roon, 2021).
Dat 3D-scannen en -printen straks gestandaardiseerde processen zijn, wil nog niet zeggen dat de beroepsbeoefenaar dat zelf dient te doen. Een deel van het 3D-printwerk besteedt men uit aan de orthopedische techniek.
Dimphy Hoitzing van OIM Orthopedie Holding legt uit: “Wij ontwerpen kokers en spalken in huis. Dat doen we dus zelf. Het ontwerp wordt vervolgens naar een extern bedrijf met een 3D-printer gestuurd, waar het wordt geproduceerd. Zo’n bedrijf gebruikt de 3D-printer ook voor andere klanten. De kostprijs van 3D-printen is momenteel nog hoog. Maar technologie wordt met de tijd goedkoper en daarmee aantrekkelijker. Daarom willen we nu al leren hoe wij oplossingen met 3D-technieken kunnen maken. Dat soort technieken en de materialen die gebruikt worden, inclusief hun voor- en nadelen, moet je als vakspecialist wel kennen. Dan kun je bewust kiezen voor de beste oplossing voor elke individuele patiënt.”
Toch zie je ondertussen in de orthopedische schoentechniek ook alweer dat de productie in het buitenland terugloopt vanwege de logistieke uitdagingen en de gewenste kwaliteit. “Er is een trend geweest dat er veel productie uitbesteed werd naar andere landen, maar ik merk ook dat sommige bedrijven hiervan terugkomen. De continuïteit van de leveringen, maar ook de kwaliteit die je wilt waarborgen van medische schoenen is soms lastiger te organiseren.” Rianne van Pijkeren (Dutch HealthTec Academy)
De afbakening ten opzichte van andere zorg- en dienstverleners krijgt daardoor meer aandacht. Bedrijven die schoenen herstellen, krijgen wat vaker opdrachten vanuit orthopedisch-schoentechnische bedrijven. Dit zorgt voor een veranderde nadruk in reparatiewerkzaamheden. Het vraagt van een schoenhersteller dat hij een allround vakman is.
Naast de intrede van de 3D-scan, loopanalyse en 3D-printing in de paskamer, verwacht Allan Hofstede, hoofd ICT bij OIM Orthopedie, de komende jaren nog ingrijpendere innovaties. Zo kun je straks met IoT monitoren hoe een prothese functioneert en zo een versleten hak of computergestuurde knie preventief onderhouden (XTR Branded Content, z.d.).
Een andere innovatie is brain computer interfaces (BCI). BCI-technologie stelt een menselijk brein in staat signalen uit te wisselen met een extern apparaat, waardoor we machines met onze gedachten kunnen besturen. Er zijn al verschillende mensen met geamputeerde ledematen die BCI’s gebruiken om hun protheses aan te sturen (Van Hooijdonk, 2021).
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
Een deel van de orthopedische schoenen vervaardigt men digitaal. Om leesten digitaal te maken, moet je eerst weten hoe je met de hand leesten vervaardigt. Een goede digitale leestenmaker is een vakman die ervaring heeft met beiden: leesten met de hand maken alsook met de computer. Het belang van kennis van digitale vaardigheden neemt daarom toe voor de (schoen)technisch-orthopedisch specialist. Die maakt steeds vaker gebruik van scanapparatuur om voeten te scannen.
Rianne van Pijkeren (Dutch HealthTec Academy):
“Voor het inscannen van voeten heb je wel anatomische en pathologische kennis nodig. Hoe voeten in elkaar zitten, maar ook waar je op moet letten als er sprake is van een ziekte of aandoening. Waar moet je rekening mee houden en waar je moet of kan corrigeren, accepteren of ondersteunen.”
Voor het gebruik van een 3D-printer heeft de technisch-orthopedisch specialist geen andere vaardigheden nodig, maar wel voor een 3D-scan. Je maakt een 3D-scan van een ledemaat en op basis daarvan maak je het product, in plaats van op basis van een gipsafdruk. Dat vraagt een verschil in handvaardigheid. Ook is het heel belangrijk dat je goed 3D naar 2D kunt vertalen. “De huidige orthopedisch technici zijn zeer ervaren in het maatnemen met gips. Als dit opeens anders moet, heb je daar een hele andere skillset voor nodig. Je moet opnieuw gevoel creëren voor dat digitale. Het is toch anders, omdat je er tijdens de maatname niet met je handen aan kan zitten. Kennis van beide dingen blijft echter wel belangrijk. Je kan niet alles scannen en wat je digitaal doet in de latere correcties heeft nog altijd veel overeenkomsten met gips. Je moet waarschijnlijk toch beide beheersen.” Ivo Balk (Dutch HealthTec Academy)
Doordat nieuwe ontwikkelingen generieker inzetbaar zijn, neemt ook de kruisbestuiving van kennis vanuit andere branches toe. Volgens Ivo Balk gebruikt men materialen – zoals kunststoffen – die hun oorsprong vinden in de vliegtuigindustrie. Andere technieken zijn overgenomen uit de tandtechniek. Om op deze manier kennis op te halen uit andere branches zijn generieke vaardigheden nodig, zoals nieuwsgierigheid en de wil om over de grenzen van het eigen beroep te kijken.
Gerard Gravemaker (nvos-orthobanda, 2022):
“Ik verwacht versnelling om nieuwe technologieën vaste grond te geven: 3D-printing, 3D-design en frezen. Dat geeft zoveel nieuwe mogelijkheden. In feite is schoenen in elkaar zetten ons vak niet meer. We zijn veel meer zorgarchitecten dan technici. We helpen de patiënt met goede uitvraag en afwegingen bij hun zorgvraag en de ervaren beperkingen en bewegingswensen. We volgen de klant, zetten diverse tools en expertises in en komen zo tot een maatwerkoplossing. De toegevoegde waarde is onze dienstverlening. De snelle ontwikkelingen vereisen dat wij het vak en de innovaties goed bijhouden, nieuwe kansen scherp op het netvlies houden en onszelf en de branche klaarmaken voor de nieuwe wereld.”
Door tijdbesparing die de nieuwe technologische hulpmiddelen en communicatiemiddelen met zich meebrengen, kun je meer uren besteden aan de patiënt en zijn meer uren achter het beeldscherm noodzakelijk. Dimphy Hoitzing, werkzaam bij OIM Orthopedie, vertelt: “We zien nu al dat automatiseren van de klantadministratie veel tijdwinst oplevert. De adviseur heeft de klantgegevens direct binnen en stuurt die meteen door naar productie.”
-
Wat verandert er?
OPG-röntgenapparatuur, apparatuur voor digitale afdrukken en CAD/CAM-apparatuur (cerec), mondscanners en 3D-printing zijn in de tandtechniek in opkomst. In de tandtechnische branche kan het gehele proces voor het vervaardigen van een prothese van scannen, 3D-printen tot het freeswerk al digitaal. Het gaat bijvoorbeeld om digitalisering van tandtechnische werkprocessen, zoals CAD/CAM-printen van de basisplaat, individuele lepels, opstellingen, onderstructuren en digitale modellen. Maar ook set-up-opstellingen voor het vervaardigen van splinten en dieptrekplaten behoren tegenwoordig tot de mogelijkheden.
3D-printen kun je op alle terreinen van de tandheelkunde gebruiken. Het is bijvoorbeeld mogelijk om studiemodellen, chirurgische gidsen, metalen frames, tandprothesen, tijdelijke kronen en bruggen, permanente restauraties, occlusale spalken, aligners en uitneembare gebitsprotheses te printen (Iveta Ramonaite, 2022). Pioniers op dit gebied zijn vooral de wat grotere labs, maar door de continue daling van de kosten komen deze nieuwe technologieën ook binnen bereik van minder grote of meer gespecialiseerde tandtechnische laboratoria.
Een kroon kun je volledig geautomatiseerd vervaardigen, zonder (gips)afdrukken te nemen van de mond. Er zijn veel voordelen aan het digitaliseren van het protheseproces:
- de hele behandeling is beter gepland en het proces is voorspelbaarder;
- meer comfort door betere pasvorm;
- minder kans op mondgeur en zwarte tandrandjes door bio-hygiënisch materiaal;
- veel tijdsbesparing omdat je de prothese in minder afspraken aanmeet, er zijn minder contactmomenten met de klant nodig;
- minder happen voor de klant, de gegevens tijdens de beetbepaling (hoe de klant het gebit op elkaar houdt) scan je in met een intraorale scanner;
- behoud van gegevens voor eenvoudige uitbreiding of vervangingsprothese door digitale back-up;
- er is minder gipsafval.
(Avadent, z.d.)
Het kroon- en brugwerk is voor 80 procent al digitaal ontworpen. Het prothesewerk is voor ongeveer 95 procent nog analoog. Over enkele jaren is de verwachting dat het voor het prothesewerk andersom en dat die 95 procent ook digitaal ontworpen is. Dat geldt ook voor de orthodontie.
Germen Versteeg, directeur van Denticien, vertelt hoe bij hen het gehele proces van prothesewerk al digitaal gaat. “We scannen en hebben 3D-printers staan. De klant hoeft niet meer in klei te happen, wat veel klanten onprettig vinden. We kunnen een proefprothese printen en later wordt de definitieve prothese hier op de productielocatie geprint. De prothese wordt veel nauwkeuriger, is minder foutgevoelig. En dat kan twee dagen later klaar zijn. Het is nog een kleine markt. Ik denk dat 2-3% van de tandartsen die protheses maken het volledig digitaal doen.”
Een andere ontwikkeling is het gebruik van kunstmatige intelligentie (KI) in de tandtechniek. De tandtechniek maakt mondjesmaat gebruik van KI voor het designen van prothesen. De software extraheert de data, waardoor je processen (die een beroepsbeoefenaar nu nog handmatig in de software doet) slimmer kunt uitvoeren en de tandtechnicus het design van de prothese alleen nog hoeft te controleren en eventueel aan te passen. Zo kan een softwaresysteem op basis van gegevens (waar duizenden mogelijkheden in zitten) met een adviesvoorstel komen van een opstelling passend bij de gegevens van de kaak. Veel hoeft dan niet meer handmatig te gebeuren. Je kunt dan nog kijken of deze combinatie geschikt is, of dat je een bepaalde kies of tand nog iets langer moet maken.
Ook kun je KI toepassen om de diagnostische accuratesse bij dentale radiografie en diagnostiek te verhogen. In te toekomst is het mogelijk om röntgenbeelden automatisch te analyseren. Op dit moment werkt Promaton aan een programma waarmee je panorama-opnamen automatisch kunt analyseren. Het programma is al in staat om elementen en tandheelkundige materialen zoals restauraties, wortelkanaalvullingen, kronen en bruggen, implantaten en wortelresten te herkennen. Daar komen automatische detectie van cariës, periapicale laesies en non-dentale pathologieën (cystes en bottumoren) en de metingen van botniveaus op peri-apicale röntgenfoto’s bij. Daarnaast werkt men wereldwijd aan het automatisch segmenteren en classificeren van de essentiële structuren (kaakbot, tanden, canalis mandibularis) uit een CBCT-scan en optische tandscans. KI in de tandzorgbranche is niet eenvoudig. De dentale image data bevatten complexe ziektebeelden, en het ziektebeeld neemt slechts een klein deel van de data in beslag. Daarnaast moet een dental professional de data valideren. Om de diagnostische accuratesse te verbeteren, zijn grote datasets nodig (Anssari Moin, z.d.).
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
Door digitalisering heeft de tandtechnicus minder taken, maar daar komen andere taken voor in de plaats, zoals het analyseren van data. Wolter Jagt (VLHT) vertelt dat de digitalisering van invloed is op de rollen die de tandtechnicus straks combineert: “De tandtechnicus heeft straks drie rollen: de IT-rol om data te analyseren, de ontwerper/designer van een prothese, kunst- of brugwerk en de constructeur die alles afweet van de werking van materialen.”
Steeds meer mensen zitten achter de computer voor het designwerk. Er is iemand nodig die het design doet en op het einde het polijstwerk. De tandartsen hebben straks allen een scanner en een freesapparaat. Die stuurt de informatie naar een digitaal lab. Dat doet het design en dan gaat het met de blank en de kleur terug naar de tandarts. Die freest het product en zet het terug in de mond. Daar zit dan geen tandtechnicus meer tussen. De gipstechnieken zijn straks voor een deel overbodig. Dan blijft nog de keuze om het helemaal afgewerkt te krijgen óf om een halffabricaat te ontvangen. Er is sprake van een toenemend gebruik van geavanceerde halffabricaten en een voortdurende verbetering van deze halffabricaten (beter verstelbaar en aanpasbaar en voor meer toepassingen geschikt). Veel OST-bedrijven besteden inmiddels een deel van hun productie (schachten, onderwerk, leesten) uit bij gespecialiseerde bedrijven in binnen- en buitenland. Vervaardigingsprocessen zijn geformaliseerd en geoptimaliseerd.
De tandtechnicus die voorheen creatief bezig was en echt met zijn handen werkte, zal minder uren direct aan de patiënt besteden en meer achter de computer. Dit vraagt meer digitale en ICT-vaardigheden. Omdat het in het werk van een tandtechnicus steeds meer gaat om digitalisering, moet een tandtechnicus 3D kunnen kijken en denken.
Wolter Jagt, werkzaam bij VLHT, vertelt wat een tandtechnicus nodig heeft om met een 3D-printer te kunnen werken: “Een tandtechnicus moet in staat zijn om zich een 2D-ontwerp in 3D-vorm voor te stellen. Voorheen had een tandtechnicus een ontwerp (met was gemaakt) in zijn handen. Digitaal moet een tandtechnicus het zich vanaf het scherm voorstellen. Daar is ruimtelijk inzicht voor nodig. Dat is niet alleen belangrijk in de huidige opleiding om studenten te leren, ook voor de huidige tandtechnici is omscholing nodig om straks digitale ontwerpen te maken.”
Om met de mondscanner te werken, moet je kennis hebben van de computerprogramma’s en weten waar je mee bezig bent. De kennis is nodig van hoe het eindproduct eruit moet zien, weten waar het probleem zit, hoe de belijning loopt. Om ook het prothesewerk volledig digitaal te doen, moet je het ambacht wat meer loslaten. Volgens Germen Versteeg (Denticien) zit daar het grote probleem: “Men is opgeleid tot ambachtsmensen. Je gaat een scan maken, dus je hebt files op de computer staan. ICT-kennis van hoe je die files kan importeren en exporteren, hoe een computerprogramma werkt en affiniteit met computers is essentieel. En verder is het scannen van een mond de eerste keren lastig. Maar daar word je vanzelf handig in.”
Om het prothesewerk volledig digitaal te doen, zijn ook ondernemersvaardigheden nodig om businesswise de juiste keuzes te maken en investeringen te doen in nieuwe 3D-scanners en 3D-printers. Volgens Germen Versteeg (Denticien) is het voor veel tandtechnici heel moeilijk om te calculeren of ze de benodigde investeringen terugverdienen. “Er zijn veel tandtechnici ongelooflijk goed in het vak en ze kunnen prachtige dingen maken, maar het zijn in beperkte mate ondernemers die echt goed weten hoe een business in elkaar zit. Wat is de kostprijs van je prothese? Hoe zit de financiële structuur van je bedrijf in elkaar? Daar hebben ze te weinig kennis van.”
In combinatie met het digitaliseren van de protheses komt de nadruk in de nabije toekomst veel meer op de serviceverlening te liggen. Zorgen dat de klant zich thuis voelt en tevreden is over de ervaring. Germen Versteeg (Denticien) vertelt hoe hij bij zijn klanten bij binnenkomst het ijs breekt en ze op hun gemak stelt: “Als mensen binnenkomen, starten we ook weleens met een snel design. We kunnen de eerste opzet laten zien van de eerste lach en dat doen we met een bak koffie. Maar ook hoe de winkel eruitziet, geurbeleving, de hele klantbeleving zeg maar, de hele journey, daar kunnen we echt het verschil maken.”
-
Wat verandert er?
Voor een technisch-oogheelkundig assistent hebben na de OCT (Optical Coherence Tomography), wat reeds een vast onderdeel is van de opleiding ook Angio-OCT en lasertechnieken hun intrede gedaan:
- De Angio-OCT zet de bloedvaten ook op beeld in meerdere dieptes. Deze techniek passen diverse praktijken toe, net als steeds meer perifere ziekenhuizen. De techniek zal een verdere vlucht nemen als de fluorescentieangiografie voor een deel is vervangen.
- Laserbehandelingen: er zijn veel verschillende soorten laserbehandelingen, bijvoorbeeld om het netvlies te laseren en om de oogdruk te verlagen. Daarnaast doet men voortdurend onderzoek naar verdere mogelijkheden van laserbehandelingen om mensen van een bril af te helpen.
Er komen meer moeilijke casussen voor de technisch-oogheelkundig assistent. Door de komst van nieuwe lenzen zijn de opties van lenzen groter en verwachten klanten na een operatie waarbij een standaardlens geplaatst werd geen bril meer nodig te hebben. Het aanmeten van een lens geeft meer werk dan vroeger. Het is meer rekenen, uitzoeken en voorlichting geven. Een funduscamera maakt foto’s van het netvlies zonder pupilverwijding. Dit zijn steeds belangrijkere hulpmiddelen voor diagnostiek. Door de inzet van fundusfoto’s kunnen huisartsen zelf de diabetscontroles doen, en komen patiënten alleen bij afwijkingen bij de toa’s terecht. Zo krijgen zij de wat meer moeilijkere casussen.
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
De technologische ontwikkelingen betekenen voor technisch-oogheelkundig assistenten dat zij hun kennis en vaardigheden op peil moeten houden. Tevens vraagt dit specialistische kennis van ziektebeelden aan het oog en adnexa en specialistische kennis van de bediening van oogheelkundig (meet)instrumentaria en van imagingtechnieken (SBB, 2022).
Een technisch-oogheelkundig assistent (toa) moet zorgen dat ze het angioapparaat goed onder de knie hebben. Ze moeten de kennis hebben om te zien of een scan technisch goed is; als dat niet zo is, waar ligt dat dan aan en wat moet gedaan worden om het te verbeteren? En ze moeten weten wat ze zien, dat is hooguit wat specialistischer dan een OCT maken. Een toa zal het nog niet hoeven te beoordelen, dat doet de oogarts. Maar ze moeten wel het onderscheid kunnen maken tussen een normaal en een abnormaal fundusbeeld. Waarbij we ze wel de meest voorkomende pathologie leren herkennen. Ook zal een toa op de hoogte moeten zijn van de laatste ontwikkelingen zoals nieuwe laserbehandelingen en lensvervaging.
-
Wat verandert er?
Een medewerker steriele medische hulpmiddelen moet met daarvoor toereikende apparatuur sterilisaties uitvoeren op hulpmiddelen uit de robotchirurgie. In het proces van reiniging, desinfectie en sterilisatie kan de medewerker steriele medische hulpmiddelen in de toekomst te maken krijgen met 3D-prints. Dit heeft impact op hun werkzaamheden. Zover is het echter nog niet, er zijn nog veel onduidelijkheden over de inzet van 3D-prints.
Jan Hazelhof (Isala Ziekenhuis)
"Welk effect heeft het slijpsel, dat eraf komt tijdens bijvoorbeeld een zaagbeweging in het lichaam? En wat voor effect kan het hebben op langere termijn als het achterblijft in het lichaam? En dan heb je nog de vraag: waar ga je die 3D-print dan steriliseren? Ga je het op de OK 3D-printen en dan direct na de print het product inzetten? Of gaan we het eerst door de CSA laten steriliseren?”
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
Het gebruik van de 3D-technieken vraagt andere kennis en vaardigheden van een medewerker steriele medische hulpmiddelen. Die moet weten welke kunststof er is gebruikt, welke samenstelling het heeft en wat voor effect het heeft op het reinigingsproces. Jan Hazelhof, werkzaam bij Isala Ziekenhuis, vertelt: “Een medewerker steriele medische hulpmiddelen gebruikt bij de reiniging bepaalde chemicaliën. Dan moet een medewerker weten wat voor effect het heeft op het materiaal waar het van geprint is. Wordt het bijvoorbeeld geabsorbeerd? Wanneer en op welke wijze? Die kennis is nodig voor een medewerker om te weten.” Ook heeft een medewerker meer ICT-kennis nodig, door de complexiteit van bepaalde dingen en de automatisering die daaraan ten grondslag ligt. De medewerker moet steeds meer digitaal kunnen verwerken en scannen.
-
Wat verandert er?
In de optiekbranche is al enige jaren sprake van het automatiseren en digitaliseren van dagelijkse arbeidsintensieve werkzaamheden. Van kaartenbakken en papieren administratie naar crm-systemen en online boekhouden. Het meten van de sterkte van ogen vindt al vele jaren plaats via automatische meetapparatuur. Dit is een objectieve meting, waarbij een subjectieve refractie nog altijd noodzakelijk blijft (Sterk, 2022). Voor het bepalen van de positie van ogen achter een bril maakt men gebruik van op foto of video gebaseerde techniek waarbij je menselijke interventie, met kans op fouten, tot een minimum kunt beperken en de repeteerbaarheid van de gemeten waarden hoog is.
In de optiek kan verder kunstmatige intelligentie (KI) een rol gaan spelen bij het beoordelen van fundusbeelden op pluis of niet pluis in de optiekwinkel (Eyetelligence, 2021). KI-software houdt rekening met verschillende mensen en afwijkingen. Die scant het oog op diverse afwijkingen. Hierdoor kan verwijzing naar een optometrist of oogarts gerichter plaatsvinden. Een medewerker kan accuraat en efficiënt advies geven. De 1e-lijnsscreeningfunctie van een opticien kan hierbij een nieuwe betekenis en verantwoordelijkheid krijgen.
De integratie van nieuwe en bestaande functies in een apparaat maakt het mogelijk om met een druk op een knop een grote hoeveelheid verschillende meetwaarden van een oog vast te stellen, die je vervolgens naar een oogarts kunt doorsturen. Het is met meer informatie duidelijk of een opticien al dan niet een klant moet doorsturen naar een oogarts. Het interpreteren van deze meetwaarden vraagt om kennis en inzicht, maar ook om het kunnen omgaan met een verscheidenheid aan data en het kunnen combineren hiervan. De mogelijkheden van KI groeien langzaam, zoals het automatisch juist en geheel interpreteren van de data (Blom, Dongen, & Beerschoten, 2018).
Volgens Bas de Nes (NUVO) is er al langer sprake van dat men in de winkel foto's maakt van de fundusbeelden. Dat kan een getrainde verkoopmedewerker doen, die ze vervolgens doorstuurt naar de oogarts. Die oogarts koppelt het terug naar de opticien als hij van mening is dat die de klant moet doorverwijzen. Volgens Bas de Nes zal het echter niet zo’n vaart lopen als het gaat om kunstmatige intelligentie. Ook zijn er meer mogelijkheden van KI in de optiekbranche.
“Het zou bijvoorbeeld goed kunnen zijn dat er een foto is gemaakt van het oog en dat dat in een database wordt gegooid waar bijvoorbeeld vijf miljoen ogen in zitten die wetenschappelijk zijn getoetst op oogafwijkingen. Als je dan de ogen van de klant checkt met de gegevens uit de database kan het systeem op basis van de foto afwijkingen signaleren. Dus op het moment dat je die database heel goed gaat vullen, groot gaat vullen zonder dat daar bijvoorbeeld een oogarts of een optometrist naar kijkt, zou het ook een mogelijkheid kunnen zijn.” Bas de Nes (NUVO)
Wat is de invloed op de werkzaamheden?
De opkomst van nieuwe technologie en producten stelt andere eisen aan medewerkers. Een nieuwsgierige, ondernemende en zelflerende houding, en het adapteren van nieuwe ontwikkelingen en de bijbehorende kennis is in toenemende mate relevant in een snel veranderende wereld (Sterk, 2022). De toekomstige beroepsbeoefenaar moet weten wanneer hij een cliënt dient door te verwijzen naar een optometrist of oogarts, nieuwe technologische mogelijkheden kunnen daar verder in helpen. Daarnaast zal hij een goed gevoel blijven behouden voor de mogelijkheden op het gebied van glas en montuur en dit begrijpelijk maken voor de cliënt.
De inzet van kunstmatige intelligentie bij het beoordelen van netvliesbeelden brengt meer verantwoordelijkheid met zich mee. De medewerker in de optiek verkrijgt veel meer informatie. De opticien moet weten wat hij met de data kan doen. En dit duidelijk kunnen uitleggen aan de klant. Maar ze hoeven de data niet allemaal zelf te kunnen interpreteren. Op het hoofdkantoor kan een nieuwe functie ontstaan voor iemand die de beelden op afstand beoordeelt. Het is gemakkelijker voor een specialist om op afstand mee te kijken. De oogzorg wordt daarmee veel toegankelijker, maar er ontstaan ook nieuwe en interessante rollen voor medewerkers in zowel winkels als op hoofdkantoren. "In onze winkels in Zweden is er al iemand die op afstand met de (verkoop)medewerker mee kan kijken. Omdat de afstanden in Zweden groot zijn, is het niet altijd mogelijk overal de juiste specialisten in huis te hebben. Ter plekke is in de optiekwinkel zo’n slim apparaat aanwezig en een opticien die op afstand meekijkt en beoordeelt.” Sanne Oosterhoff (Nexeye)